Sola Scriptura! Alleen de Schrift. Daar kunnen we alleen maar heel erg mee instemmen. Ja, zo is het! Alleen de Schrift, de Schrift alleen. De Heer Jezus fulmineerde regelmatig tegen de tradities, die in het judaïsme belangrijk waren. Hij zei scherp tegen de schriftgeleerden, dat zij de Schriften (Tenach) zouden onderzoeken, die getuigen immers van Hem! Wat deed de Heer in Zijn dagen na de opstanding? Hij herinnerde de discipelen aan wat geschreven staat en wat Hij zelf gezegd had! Hij opende het verstand van Kleopas en zijn kameraad, zodat zij de Schriften begrepen.
De Heer was zelf vol van de Schrift. ‘Hoe lief heb Ik Uw onderwijzing (Torah)!’ zijn woorden uit Psalm 119, die je zondermeer in de mond van de Heer Jezus kunt leggen. Zijn hart was er vol van. Het ging Hem om de eer van zijn Vader, opdat Hij het werk zou doen, wat God Hem te doen gaf. Daarom wilde Hij niets anders dan de Schriften vervullen.
De Bereëers deden niets anders dan dagelijks nagaan in de Schriften (Tenach) of ‘deze dingen zo waren’ (die Paulus sprak, Handelingen 17:10-12). Zij hadden de Schriften lief. Paulus heeft daar fijn kunnen werken. Als hij vandaag in de kerken zou komen, zou hij, Paulus, niet lang kunnen spreken.
Hem zou het zwijgen opgelegd worden, niet meer op de kansel, die Paulus! Waarom? Omdat hij spreekt, wat de Schriften zelf zeggen. Geen eigen gedachten, geen eigen inbreng. Naspreken wat de Schrift zelf zegt. (S)prekers zeggen vaak wat zij zelf denken, of wat naar de leer (van de kerk of gemeente) is. Dat komt, omdat zij vaak financieel gebonden zijn. Zij weten vaak in de eigen studeerruimte wel wat er staat, maar spreken in het openbaar anders.
Paulus schrijft op het laatst aan Timoteüs: ‘Heel de Schrift is God-geademd, en nuttig tot lering, verbetering, weerlegging, opvoeding in de gerechtigheid, opdat de mens Gods volkomen is’ (2 Timoteüs 3:16).