‘Graag zou ik nog wat willen doorpraten over dat Efeziërs 2:11-22.’

Dit is een gedeelte uit Efeziërs dat helaas nogal eens verkeerd begrepen
wordt. Men mist de diepgang van wat Paulus mocht neerschrijven van
Christus Jezus. Zoals we gisteren hebben gezien, gaat het hier onder
andere om de tegenstelling in het vlees en in de geest. Dat is een aspect
wat belangrijk is, vooral als het om het geheimenis van de Efezebrief
gaat.

‘Je leest het en je bent blij met het feit dat de vijandschap in Zijn vlees
door de werking van het kruis ten einde is. Dan let je er niet zo op, dat
er gesproken wordt over in het vlees en in de geest.

Zo gaat dat soms met lezen en bestuderen van de Schrift. Juist de details
vergeet je en die zijn vaak zo belangrijk. Waar het om gaat, is dat de natiën
geestelijk gezien (in de geest) op gelijk niveau met Israël zijn gekomen.
De bevoorrechte plaats van dat volk geldt in dit beheer van het geheimenis
niet. In deze tijd wordt het lichaam van Christus uitgeroepen en is God niet
direct bezig met Israël en de volkeren.

‘Wacht even, het beheer van het geheimenis, wat is dat?’

Dat is een periode die in de Schriften van de Tenach niet aangekondigd was.
In de profetieën wordt deze periode niet genoemd. Vandaar het woord ‘ge-
heimenis’. Het is een in de profetie verborgen periode. Paulus noemt dit in
Efeziërs 3:9 : ….

en allen te verlichten wat betreft het beheer van het geheimenis, dat vanaf
de eonen weggehouden was in God,  die alles schept ……

Het beheer (een administratie, een vorm van bestuur, letterlijk: huis-wet)
van het geheimenis was dus zelfs vanaf de eonen weggehouden (verborgen)
in God zelf!

‘Oke, dat is me al wat duidelijker nu. In deze 2000 jaar roept God het lichaam
van Christus, een lichaam dat uniek is?’

Absoluut. Uniek in alle opzichten. Omdat het gaat om een nieuwe mens(heid),
gelden er heel andere wetmatigheden dan in deze oude mens(heid)!