Geloof is geen wetenschappelijke kennis. Kennis is iets wonderlijks;
het is als een gids, het bemoedigt. Kennis over hoe iets werkt kan ons
in staat stellen een probleem op te lossen. Kennis over de goede uit-
komst van bepaalde gebeurtenissen is heel fijn als de omstandighe-
den moeilijk zijn. Maar hoe kan iemand dat weten wat hij niet gezien
of ervaren heeft?
Abraham kon niet door simpel redeneren of berekenen kennis hebben
van wat God in de toekomst zou doen. Maar hij kon wel geloven, dat
de dingen die God beloofd had, zouden gebeuren.
Dus: voor de gelovige vervangt het eenvoudige geloof in wat God zegt
de kennis die door ervaring of conclusies trekken opgedaan wordt.
En geloof wordt een basis voor de handel en wandel van de gelovige,
net zoals kennis de basis van handelen in het dagelijks leven is.’

‘Faith, the least and the greatest’ – J. Philip Scranton, UR LXXVIII, blz. 205