‘Kun je mij zeggen, waar dat staat, dat dood gewoon dood is, en geen bewust verder leven?’
Ja. Gods woord is daar wel duidelijk over. Als hulp –het is in het Engels- kun je daarbij een boekje gebruiken waar ik destijds ontzettend veel aan gehad heb: ‘Death, resurrection, immortality’ van Joseph E. Kirk, die dat onderwerp langdurig en grondig bestudeerd heeft. Wat dit onderwerp betreft, heeft hij mij heel veel uit de Schrift laten zien.
Een bekende en heel duidelijke tekst in dit verband is Prediker 9:5,10 ‘want de levenden weten, dat zij sterven zullen, maar de doden weten niets; zij hebben geen loon meer, maar hun gedachtenis is vergeten…. al wat uw hand vindt om naar uw vermogen te doen, doe dat, want er is geen werk of overleg of kennis of wijsheid in het dodenrijk, waarheen gij gaat’. Hier staat het wel erg duidelijk he, ‘de doden weten niets’ en ‘er is geen werk of overleg of kennis in het dodenrijk, waarheen gij gaat’.
‘Ja ok, duidelijk, maar er zijn toch wel teksten, die ik heel erg moeilijk vind. Zoals de rijke man en de arme Lazarus.’ Let ook hier op het tekstverband. In Lucas 15:3 staat, dat Hij een gelijkenis (enkel-voud) uitsprak. Dan komt er dus één, die in 5 delen verteld wordt. Het gaat de Heer om de tegen-stelling tussen de rijke, vooraanstaande Joden en de farizeëen aan de ene kant en de arme, gewone, gelovige Jood aan de andere kant. Daar laat de Heer in 5 aspecten van zien, hoe het zit. De rijke man en de arme Lazarus is de 5e in die reeks. De Heer gebruikte daarvoor de onder de Joden bekende legende van Abraham, dat de goeden in zijn schoot terecht zouden komen en de slechten niet. De verwijzing naar Abraham hier, duidt op het geloof van sommigen onder de Joden, die vaak arm waren. Het gaat in zo’n gelijkenis om het punt van vergelijking. En dat is hier de tegenstelling tussen de farizeëen, die meenden van zichzelf rechtvaardig te zijn, en de gewone Jood, die vaak arm was en geminacht door de farizeëen. Degenen, die stonden te luisteren, beseften, dat ‘de ogen opslaan in het dodenrijk’ helemaal niet kon, want Prediker geeft aan hoe het zit! En de Heer laat ze met elkaar spreken, maar dat is om wat Hij duidelijk wil maken aan de luisteraars! Daarbij was het heel normaal om in gelijkenissen te spreken in die tijd, de Heer deed daarmee op zich niets bijzonders. Maar Hij sprak wel de waarheid!