De hemelse roeping van het lichaam van Christus, de ekklesia, is iets, dat in Paulus’ latere (gevangenschaps)brieven onthuld wordt. In 1 Korintiërs 15 wordt een hint gegeven, nadat Paulus in zijn eerste brief aan de Thessalonicenzen het unieke gebeuren bekendmaakte: de wegrukking van de ekklesia, om onze Heer in de lucht te ontmoeten! In 1 Korintiërs 15 gaat het om de vraag : ‘hoe worden de doden opgewekt?’. De apostel stelt in vers 40, dat er aardse en hemelse lichamen zijn. Nadat hij uit de schepping een aantal voorbeelden genoemd heeft, zegt hij in vers 42: ‘zo is het ook bij de opstanding uit de doden’.
We lezen in vers 42-49: verderf – onverderfelijkheid; oneer – heerlijkheid; zwakheid – kracht; ziels – geestelijk. Het gaat hier om het lichaam van de gelovige, dat een grote verandering zal ondergaan. Het lichaam, dat wij in de levendmaking zullen ontvangen, is nog steeds ons lichaam, wij zullen elkaar  herkennen. Het lichaam is dan onverderfelijk, in heerlijkheid, met kracht en geestelijk.
Dan volgen meer tegenstellingen; de eerste Adam was een levende ziel, de laatste Adam een levendmakende geest. Eerst kwam het zielse, daarna het geestelijke. De eerste mens was uit de aarde, aards; de tweede mens is de Heer uit de hemel. We hebben nu weer twee tegenstellingen: ziels – geestelijk en aarde – hemel. Vervolgens zegt hij, dat het wezen van de aardsen hetzelfde is;  dan zegt hij : ‘zoals de Hemelse is, zo zijn ook de hemelsen’. Het woord ‘hemels’ is een stapje verder dan het woord ‘hemel’ uit vers 47. Het woord ‘hemel’ uit vers 47 is in het Grieks ouranos;
en het woord ‘hemels’ in vers 49 is in het Grieks epouranios. Daarmee worden de gelovigen als het ware voorbereid op de Efezebrief. Want daar wordt vijf keer het woord ‘hemels’ gebruikt. De enorme verandering, die de gelovigen bij de bazuin van God ondergaan, is die van aards in hemels. Als dat zó is, dan kan de toekomst van de leden van het lichaam van Christus toch alleen dáár, te midden van de hemelingen zijn? We zullen toch geen hemels lichaam ontvangen om in de toekomst voor altijd op aarde te zijn? Dat lijkt erg onlogisch en in tegenspraak met het Hem ontmoeten in de lucht en de openbaringen van de Efezebrief!
En die brief spreekt van de overstijgende rijkdom van Gods genade in Christus Jezus!