In de laatste Uitdaging staat een artikel over de gelijkheidsgedachte. Het is een artikel van mw. drs. Martie Dieperink. Zij constateert, dat de idealen van de gnostische gelijkheids-ideologie, die in afgelopen honderd jaar door feministen is verbreid, uitloopt op: gelijkheid, zelfbeschikkingsrecht en individualisme. Iedere hiërarchie is taboe. Het gaat hierin om een andere geest dan die van God. De mens heeft de drang om onafhankelijk van God of een ander mens te willen zijn. God en mens, man en vrouw worden dan gelijkgesteld. In het New Age denken zijn God, mens en natuur allemaal even goddelijk. Alles wordt hetzelfde. Men wil even omvattend als God zijn en het mannelijke en het vrouwelijke in zich verenigen om de geslachtelijke beperkingen te overstijgen en een ‘heel’ (holistisch) mens te zijn. Dan heeft men de aanvulling van de andere sekse niet meer nodig. Tot zover deze gegevens uit het artikel.
Wat je in de Schrift ziet, is dat de mens God heel hard nodig heeft en dat het nogal hoogmoedig van de mens is, te denken, dat men zelf alles wel kan uitmaken. Ook de ontkenning, dat de mens de ander nodig heeft, is een grote tegenstelling met de Bijbelse gegevens. De man heeft de vrouw nodig, en andersom net zo. Dat man en vrouw gelijkwaardig zijn, is maar al te duidelijk; beide zijn mens en zo door God geschapen. Er zijn uiteraard ook grote verschillen die niet ontkend kunnen worden. De emancipatie van de vrouw in de wereld is doorgeschoten. In veel gevallen is de vrouw gelijker dan de man geworden, en we kunnen als gelovigen ook niet stellen, dat de vrouw gelijkwaardiger is dan de man.  In onze tijd worden de oorspronkelijke, wáre bedoelingen áchter deze emancipatiebeweging zichtbaar: afbraak van het gezin en het gezinsleven, ver doorgevoerd individualisme. Een astronomisch hoog aantal echtscheidingen; kortom, we leven in de slotfase van de westerse cultuur zoals die er in de afgelopen honderden jaren geweest is. En we leven in de eindfase van de tegenwoordige, boze eon (Grieks: aioon), wat betekent, dat wij des te meer uitkijken naar de komst, de aanwezigheid van onze Heer Jezus Christus. Voor ons, het lichaam van Christus, eerst in de lucht, en daarna op aarde, voor Zijn volk!