In Efeziërs 2:6,7 wordt duidelijk wat precies de positie van het lichaam van Christus is. God geeft Christus als Hoofd boven alles aan de uitgeroepenen, de ekklesia die Zijn lichaam is; in feite werd die ekklesia daarmee verbonden met Hem in Zijn hemelse positie. Maar in Efeziërs 2:6,7 wordt het nog duidelijker:
‘…en wekt ons gezamenlijk op en zet ons gezamenlijk te midden van de hemelingen, in Christus Jezus, opdat Hij in de komende eonen tentoon zal spreiden  de overstijgende rijkdom van Zijn genade in Zijn mildheid voor ons in Christus Jezus….’
God zet ons samen. Waar? Te midden van hemelingen (in de hemelen), in Christus Jezus. Veel Joodse mensen konden bij wijze van spreken de Romeinenbrief wel meemaken. Daarin wordt niets gezegd over een hemelse toekomst. Maar hier, in de Efezebrief, wordt deze toekomst boven helder beschreven. En God zal door het lichaam van Christus de overstijgende rijkdom van genade (dat gaat dus boven al de genade uit, die in eerdere Schriften bekendgemaakt was) tentoonspreiden. Aan wie?
Aan hemelingen. Geesten: soevereiniteiten, gevolmachtigden, krachten, heerschappijen. Een hele rangorde, zie 1:21. Hij zal dat doen tijdens de komende eonen (tijdperken).
Die overstijgende genade van God moet bekend worden in heel Zijn schepping, heel het universum.
Misschien doelt Petrus onder andere hierop als hij schrijft, dat diverse dingen moeilijk zijn om te begrijpen in de brieven van Paulus (2 Petrus 3:16). En dat geldt ook veel ware gelovigen.
Petrus wijst er wel op, dat mensen de dingen in deze brieven verdraaien, wat leidt tot hun eigen destructie/vernietiging (Grieks: apoleian)….. Laten wij ons daarom houden aan wat Paulus exact schreef, en er niet een eigen draai aan geven. Dat doen wij (onbedoeld) maar al te vlug!
Paulus was geen luchtfietser. Hij dacht Hebreeuws (niet: Grieks-hellenistisch-Platonisch) en was een praktisch mens. Hij schreef deze dingen. Laten wij acht geven op wat God door hem onthulde!