‘Het is toch wel geweldig dat wij zo’n verwachting hebben. Het is een
toekomst die je uitzicht, kracht geeft – vandaag!

De gelovigen uit Hebreeën 11 hadden ook een verwachting van iets beters
dat nog zou komen. Zij beseften dat zij vreemdelingen en bijwoners in deze
wereld waren. Paulus schrijft ook in 1 Corinthiërs 7 dat de tijd kort is. Het
uiterlijk van deze wereld gaat (snel) voorbij. De dingen wisselen snel; wat
vandaag in de wereld actueel is, is morgen alweer achterhaald.

‘De blijvende waarden van het woord van God gelden voor ons. Dat geeft
heel wat meer houvast!’

Jawel, het woord verandert niet. Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde
en blijft dat. Hij doet vandaag niet hetzelfde als in de tijd dat Hij op aarde wan-
delde. Geen wondertekenen nu. Toen wel. Hij voert Gods plan uit, en Hij is van-
daag voor het oog van de wereld verborgen. Maar wij kennen Hem als de leven-
de Heer aan Gods rechterhand, Christus Jezus.

‘Geweldig dat wij beseffen dat alles in Gods hand is en dat niets Hem uit handen
loopt. Christus zit aan Gods rechterhand.’

Als Hij gaat staan, gaat er iets veranderen. Hij gaat binnenkort afdalen en wij
zullen weggerukt worden, Hem in de lucht ontmoeten en na de bema gaan
doen waar God ons voor bestemd heeft: te midden van de hemelingen Zijn
wijsheid bekendmaken en Zijn genade in mildheid tonen. Machtig, wat een
toekomst!

‘Overstromende genade inderdaad. Het kan niet op, het is eigenlijk onvoorstel-
baar. Heerlijkheid die ons denken ver te boven gaat!’

Laten wij vandaag dan ook léven in dat besef. Geen wolkje aan de lucht, de zon
van Zijn genade schijnt volop! In genade zijn wij geredden, het is Gods nade-
ringsgave, niet uit werken opdat niemand zich zou beroemen. Wij zijn Zijn
maaksel, in Christus Jezus geschapen voor goede werken, die God tevoren
bereid heeft opdat wij daarin zullen wandelen, in het bijzonder dadelijk daar,
boven, onder Zijn leiding!