God absoluut en God relatief, dat is voor de gelovige best lastig te begrijpen. Als je dat eenmaal door hebt, lijkt er in de Schrift wat dat betreft weinig probleem meer te zijn, alles is dan in harmonie. De dingen vallen dan op hun plaats.
Dan kan ook iets anders, dat vaak lastig te begrijpen is, helder worden.
De vraag: wie is JHWH? Is vaak gesteld. Bij JHWH gaat het om de tijd-naam van God. Je kunt ook met broeder A.E. Knoch ‘IEUE’ schrijven, of met anderen Jahweh of Yahweh, en als je dat niet uit wil spreken zeg en schrijf je ‘de Eeuwige’ of ‘de Naam’ of ‘Adonai’. Als je de werkwoorden uitschrijft heb je: ‘word-zijnde-was’. In Openbaring (1:8) wordt dan gezegd: Hij, die is, die was en die komt. Dat ‘die komt’ wordt later in Openbaring (11:16) weggelaten, omdat Hij dan gekomen is. Wie? JHWH!
Men denkt soms, dat met JHWH alleen de onzichtbare Vader bedoeld wordt.
Dat lijkt niet vol te houden, als je de Schrift leest. Je kunt de lijn absoluut-relatief ook hierin doortrekken. De genoemde teksten uit Openbaring laten zien, dat Jezus Christus ook JHWH is.
‘Dan zal de HERE uittrekken om tegen die volken te strijden, zoals Hij vroeger streed, ten dage van de krijg;  zijn voeten zullen te dien dage staan op de Olijfberg, die vóór Jeruzalem ligt aan de oostzijde; dan zal de Olijfberg middendoor splijten, oostwaarts en westwaarts, tot een zeer groot dal, en de ene helft van de berg zal noordwaarts wijken en de andere helft zuidwaarts’ Zacharjah 4:3,4. Hier spreekt de profeet van de verlossing van het gelovig overblijfsel van Israël direct na de grote verdrukking. Er staat, dat JHWH zal uittrekken en tegen die volkeren te strijden, en Zijn voeten zullen in die dag op de Olijfberg. Welke voeten? Die van JHWH!
Dat is dan Jezus Christus, de Messias, van Israël!