Mattheüs 24. Daarin voorzegt de Heer, dat er oorlogen en geruchten van oorlogen zullen zijn. Als we in de vorige eeuw kijken, zien wij twee wereldoorlogen en na de tweede wereldoorlog is het nooit meer rustig geweest op aarde.
Direct na afloop van de koude oorlog in 1989 gaat alle aandacht uit naar het Midden-Oosten. Daar is in de 80er jaren een oorlog gevoerd tussen Irak en Iran. Vanaf 1948 heeft Israël voortdurend oorlog moeten voeren en is het formeel nog in oorlog met een aantal landen.
In 1990-1991 vindt de eerste Golfoorlog plaats als reactie op de inval van Irak in Koeweit op 2 augustus 1990 (binnen 1 jaar na de val van de muur).
In 2003 (20 maart 2003 – 1 mei 2003) vielen de Verenigde Staten met hulp van een aantal landen Irak aan om Saddam Hoessein te verdrijven; de tweede Golfoorlog.
In feite duurt de oorlog nog steeds voort. Er is voortdurende dreiging van een confrontatie Israël – Iran (gerucht van oorlog).
Met dit beknopte overzicht zien wij, hoe de woorden van de Heer in onze tijd van toepassing zijn. Dat de gemeente, het lichaam van Christus, vóór de laatste jaarweek van Daniël 9:24-27 weggerukt wordt, blijkt alleen al uit 2 Thessalonicenzen 2, waar staat, dat de wetteloze zich pas kan openbaren als de weerhouder weggenomen is. In feite kan de weerhoudende kracht niet anders zijn dan de aanwezigheid van het lichaam van Christus op aarde.
Daarbij schrijft Paulus, dat wij geborgen worden uit het komen van de verontwaardiging (toorn) en dat wij niet gesteld zijn tot verontwaardiging maar tot redding, door onze Heer Jezus Christus (1 Thessalonicenzen 1:9,10; 5:9-11).
De tijd dringt. Laten wij die goed benutten!