‘Zo. Daar moest ik wel lang over denken hoor, wat je gisteren zei.
Het gaat zo tegen je in.’ Wat bedoel je precies?
‘Nou, ik denk nog na over dat onrecht. Want dat hoeft natuurlijk niet financieel te zijn.
Het kan op allerlei manieren gebeuren.’ Waar denk je zoal aan dan?
‘Je kunt het ook tegenkomen, als je het absoluut niet eens bent met een bepaalde beslissing die ooit genomen is.’ Ja dat kan.
‘Ik bedoel, onder gelovigen moeten er ook weleens beslissingen genomen worden.
Soms zelfs in organisatorisch opzicht. Hoewel we natuurlijk zo weinig mogelijk organisatie moeten hebben, dat heb ik wel begrepen.’
Je kunt er twee dingen mee doen, zoals we gisteren ook al hebben gezien. Je kunt de hele zaak die gebeurd is –misschien al járen geleden- steeds maar niet accepteren en er onvrede over blijven houden. Of je kunt de genade laten werken.
‘He maar wat betekent dat dan?’ De genade laten werken? ‘Ja’.
Het laten gaan. Genade schenken. De ander(en) geven wat hij/zij niet verdient. Misschien vind jij wel dat er onrecht is gebeurd. Wat zei Paulus in zo’n situatie?
‘Het worde hun niet aangerekend!’ (2 Timotheüs 4:16)