‘Die Paulus is toch wel een geweldig voorbeeld voor ons he.
Hem was een vorm van onrecht aangedaan doordat de broeders hem niet bijstonden toen hij ten onrechte terecht moest staan. Er was geen steun voor hem. En hij rekende het de afwezige broeders niet toe! Dat bedoelde je gisteren toch met die tekst uit Timotheüs?’
Ja, precies. Deze houding, als die onder gelovigen vaker voorhanden zou zijn. Wat zouden er dan heel wat minder twisten en onderlinge ruzies zijn. Het is de houding
waarin de genade voorrang krijgt boven eigenbelang, het eigen ik, trots en noem maar op. Dan werkt het kruis door. Dat is de aanstoot van het kruis, waarover Paulus het heeft in de Galatenbrief.
‘He wacht even, wat bedoel je precies met de aanstoot van het kruis?’
Paulus bedoelt ermee, dat een mens helemaal niets van zichzelf meer heeft in te brengen. Het kruis maakt een einde aan alle eigen werken, inspanningen in welke vorm dan ook, van de mens (Galaten 5:11). Het woord ‘aanstoot’ is in het Grieks skandalon, en je kunt dat met ‘struikelblok’ of ‘valstrik’ vertalen. De religieuze mens struikelt over het kruis en stoot zich eraan, omdat de religieuze mens iets wil doen voor God. En dat geldt óók voor de gelovige! Christus is en blijft de enige, die alles heeft volbracht, er kan niets aan Zijn werk toegevoegd worden. Het kruis maakt dus een einde aan alle eigen werken, alle eigen gerechtigheid van de mens!
Dat geldt vóór en nadat iemand tot geloof gekomen is.
Het is genade voor, tijdens en na het tot geloof komen. Genade alleen!
Dát is een werkelijk blij makende boodschap!