‘He, wat fijn is dat zeg, dat je niet zoveel meer moet. Dat hoor je wel vaak door allerlei sprekers zeggen. Uiteindelijk komen de meesten wel aan met zoiets als dat je toch wel dit en toch wel dat moet als je een goede christen of gelovige wil zijn.’
Ja, dat is zo. Bij Paulus kom je dat niet tegen. Hij laat de volgorde zien: eerst geloof, en daarna eventueel iets doen. Vaak wordt gezegd, dat je iets moet doen als gelovige, zonder dat men uitgaat van het evangelie van de genade van Christus.
De prediking van het evangelie van genade werkt iets uit in je hart: geloof.
En geloof is per definitie zonder werken. Sla Paulus er maar op na.
‘Men zegt dan ook wel dat daarmee luie gelovigen gekweekt worden’.
Ja, maar ook dan komen we weer uit bij het kruis.
Het is Zijn werk, Zijn kracht, Hij werkt in de gelovige het willen en het werken uit!
‘He, nu heeft Paulus het over werken’.
Zie je in welke volgorde het staat? Het werken wordt door Gód in ons als gelovigen uitgewerkt! Dat is zo belangrijk dat we dat goed zien. Want dán is het Zijn genade!
Dan is het niet langer ons werk, maar het Zijne!
En dus is het aan alle kanten tot Zijn eer, en tot Zijn verheerlijking.
Paulus was zelf iemand die kon zeggen dat hij meer gearbeid had dan al de andere apostelen (van de Besnijdenis). Hij voegt er wil direct aan toe, dat het niet zijn eigen kracht was, maar de genade van God in zijn leven (1 Corinthiërs 15:9-11):
‘niet ik, maar de genade van God, die met mij is’!
Daarom: ‘Wie roemt, roeme in de Heer!’