‘Wij mogen zeker zeggen, dat toen God de mens schiep, Hij niet
alleen de mogelijkheid van zonde tevoren zag, maar dat Hij van
tevoren de zekerheid ervan kende. Toch was de zekerheid van de
intrede van de zonde in de wereld door het terugtrekken van Zijn
geest niet iets groters dan de zekerheid van de verdwijning en
verwijdering ervan. Wanneer? Als Hij het universum opnieuw
tot een tempel maakt, waarin Hij woont.’

Alan Burns, uit : Amerikaanse ‘Unsearchable Riches’, LXXX, blz. 192