‘Nu naar vers 24, daar wil ik wel meer van weten.’

Het pad ten leven voert omhoog voor een verstandige
om de sheol beneden te ontwijken

Dit vers doet terugdenken aan de verzen 9-11. Ook daar gaat het om
het bewandelen van een bepaalde weg. De ene is die van de dood, de
andere die van het leven. Ofwel: de ene kant is die in duisternis, afge-
sneden van God en daarmee al met een been in het sheol (onwaar-
neembaar, zie dagstukje van 12 januari 2012), juist als je het pad van
het leven bewandelt gaat je weg opwaarts, omhoog!

‘Maar, wat is precies het pad van het leven bewandelen?’

‘Dat is als je bewust leeft in afhankelijkheid van God, door de kracht
die de Heer je geeft. Je wandelt met het licht dat je ontvangt uit het
woord van God, je leeft en luistert naar de wijze raad van God, als je
jong bent: die van je ouders, of van medegelovigen. Je brengt de ding-
en van de dag bij Hem in gebed en je ziet uit naar wat Hij gaat doen.

‘Dan wil dat nog niet zeggen dat alles probleemloos verloopt.’

Maar daar gaat het ook niet om. Juist deze weg, die van het leven met
en door God, brengt misschien wel extra problemen met zich mee,
omdat je weerstand en tegenstand ontmoet. Maar daar kun je met de
Heer samen doorheen gaan. Dat geheim kenden de gelovigen uit de
Schrift en gelovigen om je heen.

‘Dan heb je dus dagelijks dat licht van Gods woord nodig?’

Precies: Uw woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn
pad. Dat bewaart en doet je bewust Zijn leven in je -door Zijn geest-
ervaren. Dan ben je ‘de verstandige’ (Hebreeuws: masjkil – aanhef
van Psalm 32 is: een onderwijzing (masjkil) van David; in vers 8
komt dat terug: Ik onderwijs (sjakal) u en leer u de weg die u moet
gaan) met inzicht!