‘Zo, dat was wel mooi zeg, over het boek Esther. Daar zit veel in. Hoe zit het trouw-
ens met die naam van God, want die wordt in dat boek niet
genoemd.’

‘De naam komt wel voor, maar dan -passend bij Esther- op een verborgen manier.
En dan 5 keer. Het getal 5, de letter Hee in het Hebreeuws, spreekt ook van de ver-
borgen dingen en -daarvan afgeleid- van genade. De hele tabernakel is qua afme-
tingen gestempeld door het getal 5. Dat is een studie apart, met heel wonderlijke
dingen die je dan tegenkomt.  Maar goed, 5 keer komt de naam van Jahweh op een
verborgen manier naar voren in de tekst.

‘In welke teksten vind je dat dan terug?’

Voor hen die Engels lezen is het in de Companion Bible van dr. E.W. Bullinger
terug te vinden. Als u leest
in Appendix 60 van die speciale Bible, dan zie je welke
dat zijn. De eerste is 1:20, de woorden uit de herziene Statenvertaling : ‘…het….dan
zullen alle vrouwen….hebben…..’ lees je in het Hebreeuws van rechts naar links
vier woorden en de beginletters van die vier woorden (in volgorde van links naar
rechts!) vormen de vierletterige Naam JHWH, oftewel Jahweh.

‘Wel  bijzonder, en wat is de 2e vindplaats?’

De 2e keer vinden wij volgens Bullinger in 5:4 in de woorden ‘…laat de koning van-
daag met Haman….’ in het Hebreeuws, waarbij de eerste letters van de 4 Hebreeuwse
woorden nu van rechts naar links de vierletterige naam JHWH, Jahweh, vormen.
En de reden waarom de 1e keer de letters van links naar rechts staan en de tweede
keer van rechts naar links is, dat de eerste keer het om een algemeen bevel van een
heidens man (Memuchan) gaat en de tweede keer om woorden van Esther waarin
zij overgaat tot (een door Jahweh aangezette) actie om haar volk te redden!

‘Zo, dat is wel opvallend zeg, als het gaat om een actie direct door Esther om het
volk te redden, dan staan de letters van de Naam in de goede volgorde!’

Wij geloven, dat iedere letter in de Schrift goed op Zijn plaats staat, Jahweh heeft
niet iets voor niets in de Schrift laten optekenen. We zouden dan ook alles bestu-
deren wat Hij zegt. En letten op de woordvolgorde, de zinsbouw, het tekstverband.
Het gaat om de Schrift alleen en niet om wat mensen er aan leerstellingen of leer-
gebouw eraan toegevoegd hebben! We zien in zo’n boek als Esther (‘Ik die verborgen
ben’) er heel veel moois in de tekst nog verborgen zit. De Schriftgeleerde uit
Mattheüs 13:52 zou al uit zijn schat (de Schriften) nieuwe én oude dingen tevoor-
schijn halen,  hoeveel te meer wij, die de hele onthulling die God door Paulus geeft,
mogen leren kennen!