‘Zeg, we zijn nu volop bezig met dat evangelie van de onbesnedenen, en
daar ben ik erg blij mee!’

Daar heb je ook echt vreugde van in je hart. Genade in je hart, dat is het geheim
van deze tijd van genade, het beheer van het geheimenis. God ziet ons in Christus
aan en veroordeelt ons niet, dat kan Hij niet, omdat Hij ons rechtvaardigde door
het geloof van Christus. Wij zijn in Christus, al uitgekozen vóór de nederwerping
van de wereld. Het is ongelooflijk, hoe ver dat gaat.

‘Het is een feit. We kunnen daarin roemen en God dagelijks danken voor die
enorme genade.’

En de heerlijkheid die ons wacht is zó groot, dat wij daar maar nauwelijks
iets van kunnen beseffen. Onmetelijke rijkdommen hebben wij in Christus Jezus
als mogen ontvangen. Het gezamenlijk-lichaam, waarin geen onderscheid meer be-
staat tussen Griek en Jood, is geroepen tot de hoogste positie in Gods schepping,
bóven, waar Christus is, daar zijn wij al gezet. Wat zitten we dan nog hier op aarde
te doen alsof we hier op aarde het eonische leven zullen doorbrengen?

‘Ja, nogal wat gelovigen zijn aardsgezind, zo zei Paulus het al in Filippenzen 3.’

Het is opmerkelijk waar wat de apostel zag, al in zijn dagen. Men week opvallend snel
af van zijn evangelie, men verruilde het voor een vreemde mix van wet en genade
(en dan is het geen genade meer). We zijn erg bevoorrecht dat we in deze tijd op-
nieuw helder zich hebben op zijn evangelie en wat genade in waarheid is. We zou-
den ons daar niet van af laten brengen. Door niemand. Ook al zijn het mensen met
nog zoveel opleiding.

‘Paulus achtte heel zijn opleiding en alles ook schade en verwerkt.’

Precies. Hij had een opleiding aan de voeten van Gamaliël, maar had daar niet Jezus
als zijn Messias leren kennen. Wel had hij de Tenach zeer goed leren kennen en dat
kon Christus Jezus later goed gebruiken in de opleiding die Hij Saulus in Arabië gaf.
Ineens ging hij alles in het juiste licht zien. De Heer zal hem ongetwijfeld hebben
laten zien ‘al wat in de Thora, de Psalmen en de Profeten op Hem betrekking had’.
Daarom kon Saulus / Paulus later in de synagogen de Joden overtuigen aan de hand
van Tenach, dat Jezus hun Messias is! Bijzonder, die Paulus!