‘De vorige was fijn, en zeker dat van Filippenzen 4 is heel rijk!’

In de nu volgende komt er weer iets menselijks naar voren:

je zult zeker niet bevreesd voor plotseling alarm zijn
of voor verwoesting door goddelozen, als die komt (vers 25)

Denk bij deze aan bijvoorbeeld Mozes en Israël (Exodus 14:14,15) toen
zij klem zaten tussen de legers van Farao en de Rode Zee. Op dat mo-
ment kreeg Mozes de geweldige verzekering dat Jahweh voor hem zou
strijden en hij zou stil zijn. Dat is wat ook wij zouden doen: een hou-
ding aannemen van stilheid en zien hoe God zelf de strijd voert!

‘Tsja, dat is wel weer een antwoord, terwijl ik zat te tobben en naar
ménsen en hun gedrag keek!’

We kunnen zien op Hem, die ons onuitsprekelijk liefheeft en van wie
de liefde sterker is dan zelfs de dood. Ook bij Abraham en Sara klonk
het bijzondere woord: ‘zou voor Jahweh iets te wonderlijk zijn?’ Zelfs
een verwoesting die door ongelovigen tot stand komt zou ons niet
aan het wankelen brengen. Zeker hoeven wij daar geen angst en vrees
voor te hebben. Daar kunnen wij in Gods kracht bovenuit blijven en
de gedachten gaan in de juiste richting.

‘Soms komt iets zó onverwacht en van onverwachte kant, dat je er toch
van kan schrikken.’

Het is heel bijzonder dat wij deze verzekeringen van de Heer hebben. Hij
strijdt, het is Zijn strijd en wij kunnen toezien. Voor Hem is niets te won-
derlijk. Jesaja (30:15) zegt: ‘in stilheid en vertrouwen zou uw sterkte zijn’.
Soms is er een situatie die de tijd moet hebben en vast te stellen wanneer
de tijd rijp is om iets te doen of handelend op te treden, daarvoor is gebed
en afwachten op de tijd van de Heer nodig.  Hij zal doen wat nodig is, op
de juiste tijd!