‘We gaan nu naar vers 25 van dat vierde hoofdstuk, ik ben
weer benieuwd!”

laten je ogen recht vooruitkijken
en je oogleden zich recht vóór je houden.

Het gaat Salomo hier om de juiste richting hebben; de ogen zijn
de spiegels van de ziel, zegt men weleens. Het oog is de bron vol-
gens de Hebreeuwse lettersymboliek. Het gaat eerst om wat het
oog binnengaat (Zijn woord) en daarna geeft het richting aan de
blik in de ogen.

‘Ja, en we zouden opmerken wat we niet zien, zegt 2 Corinthiërs 4.’

Als mensen steeds hun blik afkeren of neerslaan hebben ze ofwel
iets te verbergen, ofwel zijn ze erg onzeker. Het woord heeft reini-
gende werking en zorgt ervoor dat je innerlijke zekerheid hebt,
De Heer werd door Zijn tijdgenoten niet gewaardeerd, omdat Zijn
aangezicht vast gericht was op Jeruzalem. Zijn blik vertelde veel.

‘Ja, hoe mensen uit hun ogen kijken, je kunt er zoveel uit aflezen!’

Als je hart vast is geworden door Zijn genade, Zijn geest, dan kun je
niet anders dan een rechte weg gaan en dat blijkt ook uit je oogop-
slag. Ogen staan in de Schrift nogal eens voor geestelijke dingen.
In een visioen zag de profeet Ezechiël raderen vol met ogen, en dat
wijst op een intense werking van de geest van God, die alles onder
Zijn controle heeft. Hij heeft zicht op alles wat gebeurt.

‘Het is wel opmerkelijk ja, en de Heer zei toch iets over ogen?’

Ja de balk en splinter he. Mensen kunnen soms heel scherp met hun
ogen dingen bij anderen waarnemen en dat wat hun eigen fout is (de
balk in het eigen oog) zien ze het scherpst bij de ander. Vandaar dat de
heer er zo over spreekt, Hij kent de mens als geen ander. In Efeziërs
1 wordt zelfs gesproken over ‘verlichte ogen van het hart.’ God is het,
die dat geeft. Als je dat als gelovige hebt, dan kijk je anders naar de
dingen in het leven, anders naar mensen, je kijkt met Gods liefde!