‘Het evangelie blijft goed nieuws. Ik vind het nog steeds
verbazingwekkend.’

Wat in geen mensenhart is opgekomen, dát heeft God
bereid voor degenen die Hem liefhebben. Dat wil zeggen:
degenen die Zijn woord alle ruimte geven in hun leven en
dat op de eerste plaats stellen. Dán zul je verder komen in
de waarheid van het evangelie. In 1 Corinthiërs 2 bedoelt
Paulus niet, dat je het niet kan weten omdat het geheimen
van God zijn. Nee, hij bedoelt juist: op dat wij zouden weten
wat God ons in genade schénkt!

‘Nou, ik vind het een geweldig goed bericht, en ik ben er elke
dag blij mee.’

We vergeten daarbij niet, dat het Zijn genade is, dat wij het
kunnen verstaan, en dat met ons hart. Geen twijfel mogelijk,

als je gelooft in de beloften van God. Die zijn betrouwbaar,
daar kun je van op aan. God zal ál Zijn beloften waar maken.
Gegarandeerd. Ieder die dat betwijfelt, geeft daarmee uiting
aan ongeloof. Abraham achtte die God betrouwbaar, die wat
niet is in aanzijn roept. Hij geloofde tegen alle verwachtingen
in dat hij een zoon zou krijgen met Saraï. Hij twijfelde niet aan
de beloften van God door ongeloof.

‘Jahweh zal voorzien, dat was het waarop Abraham vast ver-
trouwde toen hij Isaäk op het hout bond.’

Hij overwoog daarbij, dat God bij machte was zijn zoon uit de
doden op te wekken en hij heeft hem bij wijze van spreken

daaruit teruggekregen. Dat zegt Hebreeën 11 in elk geval.
We hebben alle vertrouwen in die grote God, die de doden
opwekt en levendmaakt. Allen zullen uiteindelijk léven, zonder
einde, nadat de tweede dood is opgeheven. Alles en iedereen
zal delen in de heerlijkheid van God en dat zal bovenal tot eer
van die God zijn, die Zijn eigen Zoon liet kruisigen en niette-
min de mensheid bleef liefhebben. Hij wekte Hem op en daar-
mee kwam de heel de nieuwe mensheid uit het graf. Het is
slechts een kwestie van tijd, dan zal blijken dat God wérkelijk
liefde is en allen gered heeft!