‘De boodschap van vrede door Christus Jezus is hard nodig.’

Veel plaatstelijke gemeentes kennen de pijn van innerlijke verdeeld-
heid. Een huis dat in zichzelf verdeeld is, is niet krachtig meer. Het
verlamt, geeft verdriet. De Heer zei, dat ieder koninkrijk (…) dat tegen
zichzelf verdeeld is, wordt verwoest; en geen enkele stad of geen enkel
huis, dat tegen zichzelf verdeeld is, zal standhouden (Mattheüs 12:25).

‘Dat is een uiterst wijze uitspraak, in de praktijk gaat dat zo, ja.’

We zijn wat dat betreft op glad ijs, als we innerlijk verdeeld zijn. Door
wie die verdeeldheid ontstaan is, zal bij de bema van Christus zijn of
haar werken heel snel zien verschroeien. De betreffende gelovigen
zullen wel gered worden, maar als door vuur heen.
De eenheid van het lichaam van Christus is een feit, het is aan ons
die te bewaren in of met de band van de vrede.

‘Die vrede is alleen te bewaren als uitwerking van het kruis?’

De basis voor de uitspraak in Efeziërs 4 is Efeziërs 2. Daar staat, dat
Hij (Christus Jezus) onze vrede is, de beide groepen (gelovigen uit
Israël en uit de natiën) één heeft gemaakt, door Zijn werk aan het
kruis. Hij heeft de vijandschap gedood die door de vleselijke ver-
schillen nog in het lichaam bestond. Het resultaat is: vrede.
De middenmuur (verwijzing naar de sorèg, de muur op het tempel-
terrein waar de gojim niet voorbij mochten), de vijandschap in Zijn
vlees, heeft Hij neergehaald.

‘Dat is ook begrijpelijk als hij ook verwijst naar ‘de wet van geboden
in inzettingen buiten werking stelt.’

Ja, die hebben alles met elkaar te maken. De vijandschap in het vlees gaat
over de verschillen tussen Israël en de volkeren. Israël, onder leiding van
het judaïsme, sloot de gojim (natiën) buiten. Zij zijn immers het uitverko-
ren volk en waren door Elohim (God) boven hen gesteld als priesterlijk
koninkrijk. Wel, in het lichaam van Christus zijn die verschillen weggeval-
len en heeft iemand uit het volk Israël geen enkel voorrecht meer boven
de anderen.