‘Zeg, dat van gisteren was bijzonder en indringend, het lijkt mij dat veel
gelovigen met dingen worstelen.’

Het evangelie blijft goed nieuws. Ook dat wat te horen was over het oude
en het nieuwe verbond, de letter tegenover de geest uit 2 Corinthiërs 3.
Daar zit een geweldige waarheid in: geen bediening van veroordeling, van
de dood meer, maar een van leven en vrijheid: de bediening van de geest!
Waar de geest van de Heer is, is vrijheid. Geen slavernij in welke vorm dan
ook. Wel is daar het dienen van de Heer.

‘De apostel is bijzonder in zijn spreken daar in 2 Corinthiërs 3, 4 en 5.’

Jawel, het nieuwe tegenover het oude. Wij zijn in Christus een nieuwe
schepping. Het oude is voorbij, zie! het nieuwe is gekomen. Daarom kun-
nen wij net als de apostel dienen in nieuwheid van de geest en niet in de
oudheid van de letter. Zonder dat er veroordeling dreigt. Want er is geen
veroordeling voor hen die in Christus Jezus zijn.

‘Het evangelie is juist goed nieuws als je met dingen worstelt in je leven.’

De tegenstander wil je graag terugwerpen op jezelf en dan word je steeds
op je tekortkomingen gewezen en dingen die niet goed gelopen zijn in je
leven. Dan raak je al snel verwikkeld in gedachten die jezelf veroordelen.
Dan ben je overmatig bezig met jezelf. Het evangelie richt onze blik  om-
hoog, naar Degene die alles in ons werkt: God zelf. Hij reikt ons alles aan
wat we nodig hebben. En werkt in ons.

‘Maar dat is dan door Zijn woord.’

Hij werkt in ons door Zijn woord en Zijn uitspraken:

Wij dan, gerechtvaardigd uit geloof, hebben vrede bij God door onze
Heer Jezus Christus, door Wie wij ook de toegang hebben door het geloof
tot in deze genade waarin wij staan en roemen in de verwachting van de
heerlijkheid van God.
Romeinen 5:1-3

De wet echter kwam er bij in opdat de overtreding zou toenemen, maar
waar de zonde toeneemt, is de genade veel meer overvloedig,
opdat, evenals de zonde regeert in de dood, zo ook de genade
zou rege
ren door gerechtigheid tot in het eonische leven, door Jezus
Christus, onze Heer.
Romeinen 5:20,21