‘We zijn gezegend, dat wij de boodschap van de genade van God
zo mogen kennen met ons hart.’

Paulus gebruikt regelmatig het ‘wij weten nu’; dat is geen verstande-
lijke kennis, maar het geloof dat je de geestelijke waarheden van het
evangelie van Paulus met je hele bestaan omarmt en ermee en erdoor
en eruit leeft. Dát is het weten waar Paulus het over heeft.
En hij maakt duidelijk, dat wij weten dat voor hen die God liefhebben,
God alle dingen doet samenwerken tot het goede.

‘Dus ook het kwaad!’

Er staat duidelijk: ‘alle dingen’, dus ook de verdrukkingen en het lijden,
het kwaad dat Paulus overkwam. Hij zegt dan ook tegen Timotheüs :
‘lijd kwaad met het evangelie in overeenstemming met de kracht van
God’ (2 Timotheüs 1:8). Hier zegt hij Timotheüs aan, kwaad te lijden!
De apostel wist er alles van. Hij kreeg letterlijke en geestelijke stenen
naar zijn hoofd. Juist van broeders kwamen de pijnlijkste.

‘Ja ook dat is een vorm van kwaad, je kunt het niet ‘goed’ noemen
als je door eigen broeders verworpen wordt.’

Ja dat overkwam Paulus en waarschijnlijk Timotheüs ook. Alle reden
om te stoppen, maar dat deden zij niet. We weten niet precies hoe hun
loopbaan eindigde, maar zij waren geen populaire verkondigers. Men
had toen al liever een boodschap van werken en allerlei andere in-
spanningen in plaats van de genade van God, die op de troon zit.
Dat blijft bovenaan staan als een van dé kenmerken van het pauli-
nische evangelie: de genade van God, zonder voorwaarden!