‘Best goed om eens bij verschillende uitdrukkingen van
Zijn woord stil te staan.’

Het ligt altijd scherp als het om de Schrift gaat. God heeft
elk woord op de juiste plaats laten zetten. De uitdrukking
gemeente van God laat al zien dat het om iets gaat dat al-
les omvat. Bij lichaam van Christus gaat het om iets bij-
zonders; niet om het lichaam van Jezus. Evenmin is dat
hetzelfde als de bruid van het
Lam. Als God zelf deze uit-
drukkingen nauwgezet uit elkaar houdt, dan dienen wij
dat na te volgen!

‘Je ziet lichaam van Christus alleen in de brieven van de
apostel Paulus, verder nergens anders.’

Daarom houden wij de gemeente waar de Heer over spreekt
tegen Petrus in Mattheüs 16:18-20 nauwkeurig apart van de
gemeente die Zijn (Christus) lichaam is. De eerstgenoemde
is de ekklesia die in het begin van Handelingen ontstaat, te
beginnen met de twaalf apostelen zelf en de 3000 die op de
pinksterdag (Handelingen 2) er bij komen. Dat is de ekklesia
die richting het aardse koninkrijk van Christus gaat. Deze
heeft een specifieke, eigen toekomst en roeping.

‘Daar werkten de krachten van het koninkrijk in, zodat Ana-
nias en Saffira dood neervielen?’

Degenen die na de bazuin van God geroepen worden tot deze
ekklesia gaan hetzelfde ondervinden. Als zij wegvallen, kunnen
zij niet meer terugkeren (Hebreeën 6, 10). In die ekklesia is dus
een ‘afval van de heiligen’. Bij de gemeente die het lichaam van
Christus is, is dat absoluut onmogelijk. Er is geen veroordeling
voor hen die in Christus Jezus zijn. Zij kunnen nooit afvallen;
bovendien waren zij al uitgekozen vóór de nederwerping van de
wereld (Efeziërs 1:4), in Christus. Dat is een genade, die de an-
dere ekklesia (van Petrus) niet kent!