‘Wat is het tweede aspect dat Efeziërs 1 noemt, waar de geest
van wijsheid en onthulling voor nodig is?’

Het eerste wat wij gaan zien als die geest van wijsheid en ont-
hulling in ons werkt, is: “wat de verwachting van Zijn roeping

is”. Daar hebben we van gezien, dat het gaat om onze verwach-
ing boven, te midden van de hemelingen, waar wij geplaatst 
zijn met Hem. Wij zullen daar de overstijgende rijkdom van 
Zijn genade in Zijn mildheid over ons tentoonspreiden. De he-
melingen zullen zien, dat wij bijzonder door Christus Jezus ge-
zegend zijn. Dit aspect was al uitgewerkt in Efeziërs 1:3-14. 

‘Ja heerlijk, fijn om dat te lezen, wat een verwachting he.’

Het tweede aspect is: “wat de rijkdom van de heerlijkheid van
Zijn lotgenieting te midden van de heiligen is”. Dit aspect heeft
alles te maken met wat in Efeziërs 2:11-22 staat. Juist dit gedeel-
te van Efeziërs heeft geleden onder zwakke vertalingen en een
volkomen verkeerd begrip. Daarom bidt de apostel om die geest 
van wijsheid en onthulling. Anders blijft de mens (ook de gelovi-
ge) steken in eigen wijsheid en blijft het verborgen voor hun ogen.
De Korintiërs konden deze boodschap niet ontvangen, deze ver-
borgenheden hebben namelijk te maken met de verborgen wijs-
heid van God, van vóór de eonen, tot onze heerlijkheid (1 Corin-
tiërs 2:7).

‘Moeilijk gedeelte, Efeziërs 2:11-22?’

Daar gaat het om eenheid. De twee groepen (uit Israël en uit de
andere volkeren) gelovigen blijken één te zijn geworden door de
wederzijdse verzoening, door het kruis. Zoals vers 16 bijvoorbeeld
zegt:
“en beiden in één lichaam met God door het kruis wederzijds zal
verzoenen, de vijandschap erin dodend”.
Beide groepen blijken één te zijn geworden door het werk van
Christus Jezus, die vrede maakte. Dat is een diepgaande geeste-
lijke eenheid. Dit wordt door de vleselijke gelovige niet erkend.
Daarom kon deze boodschap onder de Korintiërs niet gebracht
worden. Zij waren daar geestelijk gezien niet rijp genoeg voor.
In Christus Jezus vallen de vleselijke verschillen weg, omdat het
gaat om de nieuwe schepping. Hier wordt genoemd: “één nieuwe
mensheid” (vers 15). Dan ben je voorbij alle anderscheid van het
vlees. Uit welk volk je afkomstig bent, maakt niets meer uit. Als
gelovige ben je op gelijk niveau met alle andere gelovigen in Chris-
tus Jezus gezegend. Wat een genade!