‘Zeg, die zogenaamde Noachitische geboden, wat is daar de strekking
van?’

Volgens zekere Joodse tradities zouden deze wetten voor de volkeren
gelden, ze komen uit de Thora:

Verbod op: afgodendienst, godslastering, moord, bloedschande, dief-
stal, lidmaat van een levend dier afsnijden en gebod van rechtspraak.

Volgens het Jodendom zouden de volkeren daaronder moeten leven.
Het is een door hen bepaalde afleiding uit de wet en het doet in de oren
klinken als Jakobus (hoewel die wel geloofde in de Heer Jezus Christus en
het Jodendom niet) in Handelingen15. Dat waren de zogenaamde ‘inzet-
tingen’, die in Kolossenzen 2:14,15 aan het kruis genageld bleken te zijn.

‘Sinds het kruis en de opstanding van Christus geldt iets anders?’

Ja. De wet regeert niet langer. Daarvoor in de plaats regeert genade. Dat
geldt ook voor de zogeheten ‘Noachitische geboden’. Degene die dat wil
leren is geen leraar van de wet, want hij weet niet wat hij leert. De Ro-
meinenbrief leert, dat de genade regeert en overstroomt in deze bijzon-
dere tijd. Het Judaïsme is niet meer dan een van de religies die op aarde
te vinden zijn.

‘Dus de genade regeert, en daar zijn we blij mee!’

Degenen, die gelovigen vandaag onder de wet willen brengen, zijn zelf
misleid in een verkeerd denken. Zij zijn gevangen in de valstrik van de
tegenstander. Deze is wel heel tricky, want de wet, de 10 woorden staan
in de bijbel en werden aan Israël als volk gegeven. Niet eens aan de ande-
re volkeren. Daarmee zie je, hoe onlogisch het is, als mensen uit de natiën
die de wet nooit hadden ontvangen, nadat ze wel tot geloof zijn gekomen
alsnog de wet opgelegd krijgen.

‘Ja, heel onlogisch want wij zijn met Christus gestorven en daarmee dood
voor de wet.’

Dat is wat zowel Galaten als Romeinen onomwonden leren. Een geweldige
ommekeer in je leven. Je wordt je bewust van deze unieke feiten: gezamen-
lijk met Christus gekruisigd, gestorven, begraven, opgewekt en levendge-
maakt! Daarmee dood voor de zonde, voor de wereld en voor de wet.
Galaten 2 zegt het heel mooi:

Want ik ben door de wet voor de wet gestorven, opdat ik voor God zou leven