‘We hebben toch een machtig evangelie dat iedereen uiteindelijk
onsterfelijk zal zijn.’
Dankzij het werk van onze Heer Christus Jezus, die de dood opheft en leven en
onverderfelijkheid aan het licht brengt door het evangelie waarvoor Paulus
was aangewezen als heraut en apostel en leraar van de natiën. dat schrijft hij
aan zijn geliefd kind Timotheüs in zijn tweede brief. Timotheüs wordt ook
gezegd het werk van evangelist te doen. Dat is verkondigen van het goede
nieuws, dat God Redder van alle mensen is. Dat zou Timotheüs bevelen en
leren.
‘Wat ik nou zo bijzonder vind, is dat dit evangelie echt uitzicht geeft op een
toekomst waar je naar uit kunt kijken.’
Het geeft echte verwachting en heerlijke zekerheid. Het is dan ook genade,
om niet, gratis en voor niets. Je kunt er niets voor terugdoen. Dat hoeft ook
niet omdat we alles van God verwachten die het in ons zal doen. Hij heeft alles
in Zijn hand, en zal nooit loslaten wat Hij begon. Hij is onze God en Vader en
wat Hij beloofd heeft doet Hij ook. Dat kan Hij ook, omdat Hij God is en de mens
er niets tegenin kan brengen. Die mens kan weliswaar lang niet willen, maar
daardoor werkt God toch Zijn  plan, Zijn verborgen bedoeling uit.
‘Maar als een mens zijn hele leven niet wil geloven, ook al heeft hij/zij de bood-
schap van het evangelie gehoord. Wat dan?’
Dan blijft God dezelfde en maakt Zijn woord waar, dat Hij wil dat alle mensen
gered worden en tot erkenning van de waarheid komen. En als Hij dat wil, gaat
het ook gebeuren! De wil van de mens is niets vergeleken bij die van God. Of
dacht je soms dat de geest van de mens sterker is dan die van God? De mens
heeft die zelfs van God ontvangen! Alle levensadem komt uiteindelijk van God,
en keert terug tot God bij het sterven. De hele mensheid is al losgekocht en het
is een kwestie van tijd, dat het zichtbaar wordt. En dat is een lofprijzing van de
liefde, de genade en de heerlijkheid van God.