Woord vandaag

Want júllie zijn onze heerlijkheid 
en vreugde.
        1 Thessalonicenzen 2:20

Bij Paulus was dat reeds het ge-
val toen hij zijn brieven aan hen
schreef. De vreugde die het evan-
gelie van de genade van God in
Christus
bracht en brengt, is groot.
Natuurlijk is in de grondtekst het
woord genade nauw verbonden
met vreugde. Zo is dat bij ons -en
vele anderen voor ons- geweest.
Het kan wel een tijd duren voor-
dat het hart de genade van God in
waarheid
leert (Kolossenzen 1:6)
kennen. Die hele brief spreekt van
het geheimenis van Christus, dat
bol staat van de liefde van God.

Woord vandaag

Want wie is onze verwachting, of 
vreugde, of erekrans? Of zijn ook 
jullie dat juist niet, vóór onze Heer 
Jezus in Zijn aanwezigheid?

        1 Thessalonicenzen 2:19

Hier spreekt Paulus van het in de
aanwezigheid (niet: komst) van de
Heer Jezus Christus zijn. Wanneer
wij bij Hem zijn, is dat: voor Hem,
ofwel: voor Zijn aangezicht. Aller-
eerst: de bema (of erepodium),ja
daar zullen wij zijn. Dat is nu nog
toekomstig, maar het nadert snel.
Paulus verheugt zich erop, en ziet
dat de Thessalonicenzen dan zijn
vreugde, ja zelfs erekrans vormen.
Die grote verwachting koesterde
hij en dat is ook de onze. Arbeiders
in het woord, die nu moeite doen
om het uit te brengen, ja zij zullen
in die dag zien wat Hij door hen be-
reikte! Paulus zal verbaasd zijn als
hij ziet hoe veel de Heer door zijn
brieven heeft bewerkt.   

Woord vandaag

omdat wij naar jullie toe wilden ko-
men -ja ik, Paulus, zelfs een- en an-
dermaal- en satan hinderde ons.

       1 Thessalonicenzen 2:18

Hier lees je hoe dingen werken in de
geestelijke wereld. Paulus wilde op-
nieuw naar deze gelovigen toe gaan.
Toch bleek dat verhinderd te worden.
De omstandigheden leidden ertoe:
het lukte niet. De tegenstander van
God is steeds actief om gelovigen te
hinderen in hun dienen van de Heer,
in hun bij elkaar willen komen. Dat
was toen zo en vandaag de dag nog
steeds. Tegenwerkende kracht(en)
zijn immer aanwezig en we doen er
goed aan de hele wapenrusting van
God te dragen. Efeziërs 6:12-20 laat
dat zien; pak de fijne studie van H.H.
Rocke er dan eens bij: Lees PDF.  

Woord vandaag

Wíj echter, broeders, van jullie be-
roofd voor de periode van een uur 
– van aangezicht, niet van hart – 
beijverden ons te meer met veel 
verlangen jullie aangezicht te zien
       1 Thessalonicenzen 2:17

Paulus’ intense verlangen was, net
zoals je in Romeinen 1:10-12 leest,
het geloof(sleven) te delen met de
andere gelovigen. Fysiek weliswaar
op afstand, maar geestelijk nauw
verbonden. Dat is in wezen de situa-
tie in de tijd van genade. De band in
de geest
staat ver voorop. Daarna
kun je ook wat de ziel betreft (lijden
en verdrukkingen) met elkaar delen.
Aan de andere kant is het gemeen-
schappelijk delen van het evangelie
van de genade van God in bijeen-
komsten erg belangrijk. Paulus ver-
langde ernaar, de aangezichten van
de mede-gelovigen te zien.