26 juni 2020
‘Geen veroordeling.’
Nu de gelovigen door God rechtvaar-
dig verklaard zijn, kán niets of niemand
nog iets van ze zeggen. Een aanklacht is
per definitie ongegrond. Paulus zegt dat
iets verderop in hoofdstuk 8:33 :
Wie zal de uitgekozenen van God aan-
klagen? God, de rechtvaardiger?
De vraag stellen is hem beantwoorden.
Niemand kan de uitgekozenen (u, jij en
ik en vele anderen) aanklagen.
‘Ja mooi, ik ben er blij mee.’
Het geeft uitzicht en vrijheid. We leven
door het geloof van de Zoon. En Hij zal
ons nooit aanklagen:
Wie zal veroordelen? Christus Jezus, de
Gestorvene, wat meer is, de Opgewek-
te Die aan de rechter(kant) van God is,
Die ook voor ons pleit?
Romeinen 8:34
Aanklagen? Integendeel, Hij pleit voor
ons bij de Vader!
‘Hij heeft ons lief.’
Dit zijn de woorden waar het om gaat.
We zingen:
Ook al wijst de satan mij op mijn tekort
zeg ik: ‘ja, en het is alles genageld aan
het kruis’.
Christus Jezus werd tot zonde gemaakt
en heeft die zonde compleet weggedra-
gen. Daarom kan een gelovige zonde(n)
belijden als hij/zij dat nodig vindt. Toch
is dat niet noodzakelijk. God ziet ons in
Hem onbeschuldigbaar.