‘Ja, het is geweldig, Hij heeft het volbracht voor iedereen.’
Het kruis was voldoende. Zijn werk was compleet. Het was en is af. Dat sorteert vol-
doende effect, zonder dat wij hebben kunnen helpen. Dit besef helpt ons van onze
trots af. Veel gelovigen en christenen zijn trots op wat zij bereikt hebben, maar be-
seffen daarbij niet de werkelijke uitwerking van het kruis. Dat beëindigt ons streven
naar invloed en macht. Het maakt ons ootmoedig.
‘Het kruis raakt ons inderdaad op allerlei manieren en op allerlei gebied.’
Wanneer wij nog jaloers, hatelijk en afgunstig zijn, dan zijn wij op die momenten
(of voortdurend) vijanden van het kruis. En we zijn dan aardsgezind bezig. Want
in het grote offer van Christus zit helemaal niets van deze vleselijke dingen. Hij
was niet jaloers. Hij was nooit hatelijk, terwijl Hij wel scherp kon zijn. En Hij was
totaal zonder afgunst. Hij gaf Zich totaal –in de wil van de Vader- op voor Zijn Va-
der en voor alle schepselen. Dat ademt een diep ootmoedige gezindheid.
‘De Psalmist heeft het over een gebroken geest en een gebroken en verbrijzeld
hart. David.’
En David is een type van Hem, die komen zou. Hij, de Heer Jezus Christus, toont
een diepe ootmoedigheid. Totaal geen spoortje weerspannigheid in Zijn geest.
Zijn hart was vol mildheid, verbroken over wat Hij zag te midden van al die zon-
daren. Hij verhief Zich niet boven hen, integendeel. Hij diende als was Hij een
slaaf. Hij was in de vorm van slaaf, en Hij was voordat Hij mens werd, in de vorm
van God. De weg voerde voor Hem omlaag, de diepte in. En uiteindelijk de diep-
ste diepte: de dood van het kruis. En dat leidde tot Zijn verhoging!