Opmerkelijk

‘God is algenoegzaam (voldoende) in zichzelf om al Zijn verlan-
gens tot stand te brengen. Als Hij onze medewerking verlangt,
of van onze diensten gebruik maakt om Zijn plannen te bevor-
deren, dan is dat alleen uit Zijn gunst. Niet omdat wij iets te
bieden hebben wat Hij per se moet gebruiken, of niet zonder kan.
Hij plaatst eerst in ons wat Hij later van ons vraagt.
Zo zijn wij instrumenten in Zijn hand, gemaakt door Hem om ons
te gebruiken zoals Hij dat wil.’

Uit: ‘The All-sufficiency of God’ – J.H. Essex, UR LXIV, blz.24

Woord vandaag

‘Vergelijkt men het geven van de Thora door Jahweh aan Mozes op
de Sinaï met de bazuin van God in 1 Thessalonicenzen 4?’

Merkwaardig genoeg wel. Je moet er maar op komen. Lijkt mij wel
een rare gedachtesprong. Als je alleen gaat kijken naar momenten
waarop op een bazuin (sjofar?) geblazen werd, en je legt die zonder-
meer naast wat Paulus onthulde, dan loop je echt vast.

‘De omstandigheden waren heel anders, toch?’

Het volk was net verlost uit Egypte en begon aan de woestijnreis. Bij
het lichaam van Christus gaat het om het einde van hun ‘woestijnreis’
door dit leven. Jahweh gaf door middel van engelen (boodschappers)
de Thora op de berg Sinaï (Galaten 3:19; Handelingen 7:38,53), met
duisternis en donkerheid en bazuingeschal, Hij daalde neer op de berg.
In Thessalonicenzen blijft Hij in de lucht.
Ook lezen we bij Paulus niets over donkerheid en duisternis en vuur
en onweer (Exodus 19:16-20; Hebreeën 12:18,19) zoals bij Sinaï.

‘Klopt ja, allerlei verschillen, die te groot zijn om het als een soortge-
lijk gebeuren voor Israël te zien.’

Verder mocht niemand de berg aanraken, anders zou men sterven
op die plaats. De bazuin Gods is juist een moment van leven, want
de doden in Christus zullen dan opstaan! En de bazuin Gods wordt
door de vorst van de engelen (boodschappers) geblazen, terwijl dat
op Sinaï door boodschappers gebeurde.

‘We zien grote verschillen, als je het dichterbij bekijkt.’

Het gaat ook om het verschil tussen de Thora en de genade zoals
Paulus die mocht onthullen! Laten wij God danken, dat wij onder
genade leven! De zon schijnt volop, geen wolkje aan de lucht!

Nacht van de theologie

In het Nederlands Dagblad van vandaag (23 juni 2011), werd verslag
gedaan over ‘de nacht van de theologie’ (merkwaardig, deze titel…),
200 theologen discussieerden tijdens een uitgebreid 3-gangen menu
met elkaar.
Volgens professor doctor Herman Selderhuis ging het eigenlijk meer
over religie dan over theologie. Bezoekers (niet-theologen) vonden het
te elitair en/of inhoudsloos.
Het artikel in de krant sluit af met een uitspraak van dr. Selderhuis:

Het ging amper over God, meer over wat mensen van Hem vinden,
of over zingeving. Maar dat is nog geen theologie.

Het is maar dat u het weet, meer viel er eigenlijk niet te melden.

U kunt overigens ook deelnemen aan de Kerkennacht, 25 juni 2011,
van 18:00 uur tot 24:00 uur. Te Rotterdam.

Woord vandaag

‘Het is voor mij steeds duidelijker aan het worden, nu wij nadenken
over de bazuin van God.’

Men kijkt weleens terug naar de Tenach. Daar wordt ook gesproken
over bazuinen. Sommigen denken, dat Paulus in feite daarover sprak.
Men leest dan de Griekse Schrift in het licht van de Hebreeuwse Schrift.
Ofwel: het ‘nieuwe testament’ lezen in het licht van wat in het ‘oude tes-
tament’ geopenbaard was. Dan verklaart men het nieuwe in het licht
van het oude.

‘Daar zit toch wel iets in?’

Het lijkt zo. Zonder wat in de Tenach (oude testament) geopenbaard was
kun je het waarom van zaken in de Griekse Schrift (nieuwe testament)
heel moeilijk begrijpen. Je hebt kennis nodig van de openbaringen die
Jahweh aan Zijn volk gaf. Toch openbaarde Jahweh meer van zichzelf
naarmate de tijd verder ging. Er wordt in de Griekse Schrift veel duidelijk
gemaakt van wat in de Hebreeuwse Schrift nog verborgen was.

‘Noem eens een voorbeeld.’

Nadat Jezus Christus gekomen is, is veel duidelijk geworden van wat in de
Hebreeuwse Schrift geschreven stond. Zoals Hij het verstand van de Emmaüs-
gangers opende en liet zien al wat in de Thora, Profeten en Psalmen op Hém
betrekking had. In Hebreeën 2 zien wij bijvoorbeeld, dat Psalm 8 in feite niet
over de mens gaat, maar over de Ben-ha-Adam, onze Heer Jezus Christus!
En zo is het met al de Psalmen, die spreken over Hem, die komen zou, onze
Heer Jezus Christus!

‘Ah, het begint helder te worden. Paulus noemt schaduwen, en typen.’

Daarover lezen wij in Kolossenzen 2:17, maar ook Hebreeën 10:1 zegt dat. Daar-
door wordt ons verklaard, dat het grote licht pas aangedaan werd, toen Jezus
Christus kwam, Hij ís ook het licht van de wereld. Toen werd ineens veel meer
echt geopenbaard, en begon er licht te vallen op vele Schriftgedeelten van de
Tenach. Met andere woorden: wij zouden de Tenach lezen in het licht van de
Griekse Schrift en niet andersom!

‘Nu begin ik dingen ineens meer te begrijpen. Fijn zo!’

En dit is vanzelfsprekend erg van belang met het oog op de bazuin van God,
het gedeelte in 1 Thessalonicenzen 4:13-18. Je kunt dat helemaal proberen te
verklaren aan de hand van het geven van de Thora op Sinaï, toen er ook ba-
zuingeschal was en Jahweh neerdaalde, maar dan loop je vast. Daarover gaan
wij morgen verder nadenken!


Woord vandaag

‘Opvallend, als je zo’n stukje eens goed bestudeert, dat je echt gaat
zien waar het om gaat. Veel verkeerde uitleg.’

Omdat het niet in de kraam te pas komt van velen die denken dat de
gemeente gewoon weer terug op aarde komt, probeert men met aller-
lei kunstgrepen en andere beweringen de zaak om te draaien. Pas als
je echt de Schrift laat spreken kom je verder. En als dat jouw denken
op zijn kop zet? Nou dat is ook de bedoeling. Dat wij een en ander niet
kunnen vatten, is nog geen reden de Schrift aan te passen aan ons
denken, of aan een (denk)systeem
.

‘Dat kan weleens moeilijk zijn, vooral als het een streep haalt door hoe
mensen bezig zijn.’

Dat de Heer ons leven misschien overhoop schoffelt, dat is Zijn zaak.
Hij verlost ons steeds meer van de tradities van mensen en laat zien
wat er staat. Als je daardoor op een heel ander spoor komt, is dat ken-
nelijk Zijn bedoeling. Hij laat je dan -ook dat is genade- niet in de ver-
keerde lijn van gedachten zitten.

‘Dat ’te midden van de hemelingen’, komt dat voor in Paulus’ brieven?’

Dat staat in Efeziërs 5 keer. Opmerkelijk, want zelfs 5 is het getal dat
met de verborgenheden (geheimenissen) te maken heeft en het is het
getal van de genade. Juist in Efeziërs gaat het om overstromende genade.
Wij lezen in Efeziërs 2:6,7 dat wij een plaats hebben te midden van de
hemelingen in Christus Jezus. In de komende tijdperken (eonen) zal
God door ons de overstijgende rijkdom van Zijn genade en mildheid
tonen,
dáár, te midden van de hemelingen!

‘Dan past het, dat wij weggerukt worden en de Heer in de lucht ont-
moeten!’

Daarom is het zo de wijsheid van de Heer, dat Hij in de eerste brief van
Paulus al bekendmaakt wat de verwachting van de gelovigen in al die
tijd daarna is, totdat de bazuin van God echt klinkt!
Laten wij, uitkijkend naar dat moment, ons vandaag verheugen!