Woord vandaag

‘Ja, die toekomst he. Veel gelovige mensen vinden dat een moeilijk onderwerp.
Met name de profetieen, daarvan zijn al veel uitleggingen geweest, zodat men
zich er niet aan wil branden.’

Zeker. En wat kom jij dan tegen?

‘Nou, men heeft het dan over die tekst uit Deuteronomium dat de verborgen
dingen voor de Heer onze God zijn, men noemt dan direct erbij: wat geen oog
heeft gezien en geen oor heeft gehoord en in geen mensenhart is opgekomen
wat God bereid heeft voor hen die Hem liefhebben. Daar bij wordt dan gezegd
dat je je maar beter niet zo met de toekomst moet bezig houden, want dat kun-
nen wij toch niet weten.’

Het lijkt erop, dat men vrij willekeurig teksten bij elkaar zet om hun punt te
kunnen scoren. Men zegt in die lijn, dat er al vaak gerekend is en het is nooit
uitgekomen, dus kan het nog wel 100 jaar duren voordat Jezus Christus terug-
keert. En er zijn verschrikkelijk veel uitleggingen van Openbaring.

‘Dat is zo. Mensen schrikken ervoor terug. Veel kerkelijke mensen denken, dat
Jezus ooit wel een keer terug zal komen, maar liever niet bij hun leven. Dat
vinden zij bedreigend, men denkt dan aan de schapen en de bokken en zo.’

Paulus was kennelijk een andere mening toegedaan, als het om het profetisch
woord gaat. Hij schrijft aan de Thessalonicenzen, dat hij hen over de tijden en
gelegenheden niet nader hoeft te informeren, omdat zij zeer goed wisten, dat
dag van de Heer zou komen zo als een dief in de nacht. Ook in zijn tweede brief
aan hen wijst hij die gelovigen op wat hij al eerder erover had gezegd. Je kunt
er zeker van zijn, dat Paulus in zijn prediking en in zijn Schriftstudies goed
aandacht heeft besteed aan het profetisch woord.

‘Men deinst er vandaag de dag voor terug. Het lijkt wel, alsof men de vingers er
niet aan wil branden. Daarbij kom je echt van alles op het internet tegen.’

Petrus schrijft, dat het profetisch woord (enkelvoud) zeer vast is en dat het
schijnt als licht in een duistere plaats. Mensen hebben door de heilige geest
gedreven gesproken over de komende dingen, en vooral: Jezus Christus keert
terug! Hij gaat komen!

Woord vandaag

‘Ja, dat was mooi, om zo wat opheldering te krijgen over de buitenste
duisternis. Mensen maken daar vaak iets anders van omdat ze niet weten
wat dat betekent. Marcus 9 het laatste stukje is iets wat men ook vaak aan-
haalt om te laten zien dat er echt wel een hel bestaat.’

Daar zal geween zijn en knersing van tanden, er wordt gesproken over de
hel (ook in de NBG ’51). Het Griekse woord is gehenna en dat is het dal van
Hinnom vlak bij Jeruzalem, waar nu een park is met bankjes, groen gras
en dergelijke. Je kunt er heerlijk in de zon zitten.

In het komende rijk van 1000 jaar zal het dienen als afvalverbrandings-
plaats en de mensen die gericht zijn omdat zij gezondigd hebben zullen
daarin geworpen worden, zie Jesaja 66:24. Dit zal dus een tijdelijke plaats
zijn (1000 jaar lang) waar de overleden zondaars in terechtkomen.
Dit is niet hetzelfde als de poel van vuur uit Openbaring 20-22.
Die is er namelijk  óók op de nieuwe aarde.
En dat kan niet van het gehenna gezegd worden.

‘Ja, zo is het weer wat duidelijker geworden. Maar hoe zit het eigenlijk met
het dodenrijk? Want dat komt in de NBG vertaling vaak voor.’

Dat is de vertaling van het Hebreeuwse woord sheol en het Griekse woord
hades. Het eerstgenoemde heeft te maken met het werkwoord ‘vragen’,
dus een onbekende bestemming voor de overledene, en het bedoelt meer
te zeggen: ‘Waar de overledene is? Die is er niet meer’. Het tweede woord
betekent ‘onwaarneembaar’ en zegt in feite hetzelfde als het eerste.
De vertalers van de Tenach in het Grieks hebben dan ook hades gekozen
als vertaalwoord in de Septuaginta.

‘Wacht even, als ik het goed begrijp, gaat het niet om een bepaalde plaats?’

Nee. In die tijd gebruikten de Grieken het woord hades in hun mythologie
voor een onderwereld, waar ze allerlei verhalen over hadden. Je maakt een
kapitale fout, als je die betekenis in de bijbel inbrengt. De vertalers keken
naar de taal! Kijk je gewoon naar de werkelijke betekenis van hades, dan
is dat: onwaarneembaar. Dat is wat van de doden gezegd wordt: ze zijn er
niet meer. In de opstanding zijn ze er weer. Daartussen is ….. niets!

‘Eigenlijk mooi, we hebben het er al eerder over gehad, dat dood gewoon
dood is en niet een andere vorm van leven. De mensen, dat liet je toen zien,
weten van niets in de tussentijd. Voor hun ervaring is het een seconde tot
de opstanding.’

Ja, en God doet iedereen op Zijn tijd opstaan en zal uiteindelijk allen levendmaken!

Woord vandaag

‘Wat ik me afvraag is: God redt alle mensen, maar er
zijn toch teksten die mensen aanhalen die mij weer
aan het twijfelen brengen.’

Zoals?

‘Nou, de Heer Jezus heeft het over de buitenste duisternis.
En ik weet al wel, dat het woord ‘hel’ onder andere een vertaling
is van gehenna. Maar ik zit nog wel met die teksten van buitenste
duisternis en zo, eeehhh bijvoorbeeld in Mattheüs 22:13.’

Ja als we dat stukje lezen, dan gaat het om een gelijkenis over het
koninkrijk der hemelen. Merk op, dat Hij gelijkenissen sprak om
dingen over dat koninkrijk te verbergen (Mattheüs 13:10-17), het
volk was hardhorend en ziende blind geworden.

De Heer gebruikt hier allerlei stijlfiguren, beeldspraak, om de
discipelen iets te vertellen over dat koninkrijk. Het is een vrij
bekend gedeelte, dat op andere dingen duidt dan je denkt.
Laten we even snel kijken: De koning = God, de zoon = de Heer
Jezus zelf, de bruiloft = het koninkrijk der hemelen, de 1000
jaren op aarde, de gasten = de heiligen van Israël, de vriend die
geen bruiloftskleding droeg = een onwaardige voor het konin-
krijk; hij was wel geroepen, maar niet uitgekozen.

‘En die niet uitgekozen was, wordt buiten gezet?’

Ja, die mag niet deelnemen aan de bruiloftsfeestelijkheden.
Die erbuiten staan, zullen knarsetandend van een afstand
moeten toekijken hoe de feestelijkheden van de regering van
de Messias Jezus in Jeruzalem verlopen.
Zij zijn niet in de buurt van het licht, zij zijn in de duisternis
beland, en moeten knarsetandend toekijken hoe het feest
voortgaat.
Weer anderen belanden wel in de gehenna (Mattheüs 13:41,42),
gevolg van een gericht dat zij ondergingen.

Deze gelijkenissen hebben dus geen toepassing voor nu, de dagen
waarin wij nu leven. Nu leven wij in de tijd van Gods overstromende,
rijke genade!

Woord vandaag

‘Oke, het wordt al wat duidelijker allemaal. Maar over Johannes 3:16
heb ik nog wel vragen.’

Oke, ik ben benieuwd.

‘Wat betekent dat ‘verloren gaan’ in deze tekst? Want men zegt dan
dat het betekent dat de ongelovige in de hel belandt, voor eeuwig.’

Ja, er staat strikt genomen niet, dat het verloren gaan voor eeuwig is.
Het lijkt wel de conclusie, maar we hebben gezien, dat het Griekse
aioonion niet ‘voor altijd zonder einde’ betekent, maar ‘horend bij
een aioon (of eeuw/eon)’. Het Griekse woord, dat met ‘verloren gaan’
vertaald is, betekent ‘omkomen’ of ‘uit elkaar vallen’ of ‘ontbinden’.
Het gaat om mensen, die verloren gaan voor het aardse koninkrijk,
daar hebben zij geen deel aan. Zij leven niet in de 1000 jaren.

Zij komen voor de grote witte troon uit Openbaring 20:11-15.
Er gaan grote gerichten vooraf aan het 1000 jarig rijk op aarde.
In die gerichten zullen de ongelovigen omkomen. Er zullen heel
veel mensen gedood worden. De Heer spreekt met Nicodemus over
het aardse koninkrijk inzake Israël. Degene die niet gelooft in Israël
zal omkomen in de gerichten, want dan geldt: ‘Al wie de Naam van
de Heer zal aanroepen, zal gered worden’.

‘Ja, het wordt nu wat meer te begrijpen. En ik vraag me ook af, hoe
het zit met de rechtvaardigheid van God. Want je citeerde zelf de
bekende uitspraak: ‘God is liefde, MAAR Hij is óók rechtvaardig!’
Als Hij uiteindelijk alle mensen redt, is het toch niet rechtvaardig
meer?’

Je kunt andersom ook stellen: is het rechtvaardig van God, als Hij
mensen eindeloos laat lijden voor een (in verhouding daarmee) zeer
kort leven als zondaar op aarde?

‘He zo heb ik er nog nooit naar gekeken. Het is op aarde ook al zo, dat
mensen altijd een tijdelijke straf  voor een misdaad opgelegd krijgen.
Raar eigenlijk, dat mensen dan voor eeuwig zouden moeten boeten
voor hun zonden’.

Precies. De leer van de eeuwige straf is juist een smet op de gerechtigheid
van God! Gerechtigheid naar de Schrift houdt in, dat God geeft wat je
tekort komt. Heb jij niets, dan geeft Hij je alles.

‘He dat is mooi zeg. Daar ga ik eens goed over nadenken.’