11 december 2009

‘De HERE is met mij, ik zal niet vrezen; wat zou een mens mij doen? (Psalm 118:6)  Wij kunnen als mens bang of angstig zijn voor wat anderen je kunnen aandoen. Of voor wat anderen zeggen. De zin opent met iets geweldigs, als je je dat echt bewust bent. Deze laatste van de Hallel – Psalmen (113-118) spreekt heel bijzonder. Drie keer per jaar worden deze bij de grote feesten van Israël gezongen. Opdat de mens zich van dit geweldige bewust is: ‘De HEER is met mij, ik zal niet vrezen’ (Filippenzen 4:5 zegt dit in feite ook!).
Dit was ook het diepe bewustzijn van de Heer Jezus, toen Hij op aarde wandelde.
Angst kan een mens verlammen. Soms zelfs totaal, helemaal. Dan durft een mens niet meer naar buiten te gaan.
Wat fijn, als je dit bevrijdende diep in je hart hebt: ‘De HEER is met mij’ Je kunt Hem 24 uur per dag aanroepen, alles aan Hem bekendmaken. Hij gaat met ons mee in lijden, in druk en verdrukking. Hij weet precies wat er in ons omgaat. Hij kent onze nood, ons verdriet, onze rouw. Hij is daar geheel en al van op de hoogte en staat er niet afstandelijk tegenover! Hij is betrokken bij ons, het is goed ons leven met Hem, Christus Jezus, te delen en het van Hem te verwachten.
‘Wat zou een mens mij doen?’ Bij de Heer Jezus betekende het uiteindelijk: kruisiging. Maar Hij stierf in het volste vertrouwen, dat God, de Vader, Hem zou opwekken uit de doden! En Hij deed dat ook! Dáárom stellen ook wij al ons vertrouwen op Hem, die liefde is, en ons redt in alle omstandigheden!

10 december 2009

Begin. In diverse uitspraken van de Schrift kom je dat tegen.
‘In begin was het woord, en het woord was naar God toe, en God was het woord’
(Johannes 1:1). Dit begin ligt vóór de eonen.

‘In begin schiep Elohim (God) de hemelen en de aarde’ (Genesis 1:1).
Dit begin markeert het scheppende handelen van God, die het toneel plaatst, waarop Zijn grote plan (letterlijk: voornemen, Efeziërs 3:10,11) van eonen uitgevoerd zal worden. Dat voornemen was al helemaal compleet in Gods gedachten; in de tijd komt dat tot stand.
En dat komt tot stand door het woord, want Johannes schrijft verder: ‘Alles is door het (woord) geworden; en zonder het (woord) is niets geworden, dat geworden is’ (Johannes 1:3, twee keer tussen haakjes ‘woord’ toegevoegd).
Genesis deelt ons de totstandkoming van deze oude schepping mee.

‘Wat was vanaf (het) begin, wat wij gehoord hebben, wat wij gezien hebben met onze ogen, wat wij aanschouwden, en onze handen getast hebben van het woord van het leven..’ (1 Johannes 1:1); dit begin markeert de nieuwe schepping! Johannes schrijft hier van de Heer in Zijn opstanding! Dit volgt ook uit de verzen 2 en 3, waarin hij wijst op zijn ervaringen als discipel van Hem toen Hij opgestaan was. Hij getuigt ervan!

Een rabbijnse uitspraak luidt: ‘Als je het begin weet, weet je ook hoe het afloopt’.

Als God iets begint, maakt Hij het ook af. Hij zorgt zelf voor de voortgang en uitwer-king van Zijn plan. Hij laat inderdaad niet los wat Zijn hand (ooit) begon!
Die zekerheid hebben wij vandaag. U las dit stukje mogelijk aan het begin van deze dag. God is deze dag met u, jou en mij ingegaan. Wat er ook gebeurt, Hij is nabij en weet wat we nodig hebben! Hij gaat met ons mee door de dag heen en aan het einde ervan danken we Hem, soms is dat moeilijk, maar toch… Hij doet alles goed, en…… de verheerlijking komt nog!

9 december 2009

Gisteren verklaarden 27 EU-ministers, waaronder de Nederlander Maxime Verhagen, dat Jeruzalem de hoofdstad van zowel Israël als een Palestijnse staat moet zijn. De EU, onlangs ook Obama, heeft de mogelijkheid uitgesproken zelfs eenzijdig een Palestijnse staat af te roepen. Tegelijk lijken de spanningen –die er altijd waren sinds 1948- verder op te lopen. Zware bomaanslagen in Bagdad en in Pakistan. Stel dat Israël in januari volgend jaar toch overgaat tot het bombarderen van kernreactoren in Iran, dan kan dat op zijn minst uitlopen op een (kleinschalige) regionale oorlog.
De Heer Jezus zei: ‘jullie zullen horen van oorlogen en van geruchten van oorlogen ….maar dat is het einde nog niet’ (Mattheüs 24:6).
Als er een overeenkomst (verbond) in zicht komt, waarbij ook over een periode van 7 jaar gesproken wordt, lijkt de tijd nabij dat de 70e jaarweek van Daniël 9:24-27 gaat beginnen. Wij weten niet, of dat iets is wat wij in de berichten gaan lezen. Het is mogelijk, dat wij eerst door de Heer snel weggenomen worden.
Paulus wist van twee mogelijkheden, leven of sterven. Het zou allebei tot eer van Christus zijn. Hij verlangde naar de derde mogelijkheid: heen te gaan (met de bazuin van God) en losgemaakt te worden (van deze aarde). Wij verlangen daar ook naar!
Geweldig, Hem te ontmoeten, in de lucht, met een hemels lichaam. Deze grote toekomst is dichtbij! Hij gaat de overstijgende rijkdom van Zijn genade en mildheid door ons heen tonen aan de hemelingen (Efeziërs 2:6,7) in de komende eonen!
Werkend, Hem dienend Hem verwachten (1 Thessalonicenzen 1:9,10), die ons bergt uit het komen van de toorn!
Het zal onze verwachting vér overtreffen, door Hem geliefd van vóór de eonen, schenkt Hij ons dan overvloedig leven, licht, heerlijkheid!

8 december 2009

De aanwezigheid (Grieks: parousia), waar de Heer met Zijn discipelen over spreekt, is die van Hem als de Zoon des mensen. Dan komt Hij als de bouwer (‘zoon’ is in het Hebreeuws afgeleid van het werkwoord ‘bouwen’) van de mensheid, de zoon van Adam. Hij is dan werkelijk lijfelijk aanwezig voor Zijn volk om het te verlossen.
Hij zal de shalom, het welzijn brengen in Zijn volk en daardoor naar de volkeren, in het komende, wereldwijde koninkrijk.
Dat zal plaatsvinden vanaf het einde van de 70e ‘jaarweek’ (letterlijk: zeven-er) van Daniël<br> 9:24-27. Hij zal komen en Zijn voeten zetten op de Olijfberg, zoals voorzegd door de profeet Zacharjah, hoofdstuk 14. Dan zal het Joodse volk de Naam van Jahweh aanroepen en zij zullen door Hem gered<br> worden, zij zullen kunnen vluchten.

Vóór deze 70e jaarweek van Daniël 9:24-27 begint, vindt plaats wat in die bekende woorden van Paulus in 1 Thessalonicenzen 4:13-18 staat. Christus Jezus zal komen als Heer (Grieks: Kurios) in de lucht, Hij zal afdalen van de hemel. Zijn aanwezigheid is dan lijfelijk in de lucht, niet op de Olijfberg. <br>Dit zijn belangrijke verschillen! Hij komt, en Zijn aanwezigheid is voor ons als lichaam van<br> Christus in de lucht. Verder daalt Hij dan niet af. Hij is daar lijfelijk. Hij rukt ons weg van<br> de aarde en wij ontmoeten Hem in de lucht. Israël ontmoet Hem op aarde. Hun toekomst ligt immers hier op aarde; onze toekomst is in de hemelen en dat is te midden van de hemelingen, zoals in de brief aan de Efeziërs helder staat. Wat een genade, dat wij de komende gerichten op aarde niet hoeven mee te maken! Dat u, jij en ik dan weggerukt worden, heeft niets met onze eigen verdienste te maken. Integendeel. Het is volledig, helemaal voor de volle 100% Zijn werk!

7 december 2009

De discipelen vragen in Mattheüs 24:3 de Heer Jezus wanneer de dingen zullen zijn, waarvan Hij sprak, wat het teken van Zijn aanwezigheid (Grieks: parousia) zou zijn en (het teken van) de voleinding van de eon (Grieks: aioon).
Daar gaat de Heer op in, Hij geeft antwoord.
De discipelen vroegen onder andere naar de voleinding, niet van de wereld (NBG), maar van de eon! Dat is de tegenwoordige boze eon (Galaten 1:4), waarin de satan de god van deze eon is. Hij zal onttroond worden en de Heer zal Zijn rechtmatige plaats als Koning van de koningen en Heer van de heren (Openbaring 11:15) innemen. Nu is het woord ‘voleinding’ boeiend, het Griekse sunteleia, dat betekent letterlijk samen-doeleinde, met andere woorden: al de ontwikkelingen, die de Heer in Mattheüs 24 noemt, gaan samenvallen en wijzen op het doel dat bereikt wordt in het einde van deze eon. Dit sunteleia komt in de Griekse vertaling van de Tenach (OT) onder andere voor in Exodus 23:16, waar het wijst op het Loofhuttenfeest aan het einde van het jaar. Dat is een oogstfeest. Door dit woord te gebruiken, wijzen de discipelen erop, dat het oogsttijd is, zo werd er door de Heer ook in Mattheüs 13:39 over gesproken. ‘De oogst is de voleinding van de eon’. Dan zal de Heer gaan oogsten! Hij komt als de Zoon des mensen en dat zal snel zijn als een bliksemflits.
Grote gerichten zullen gaan plaatsvinden, de Heer laat de mensheid niet zitten in zijn wetteloosheid, wat hen alleen maar verder naar de afgrond zou voeren. Daarom worden er nodige stappen gezet, de dingen die moeten gebeuren (Mattheüs 24:6).
Vóór de laatste jaarweek van Daniël 9:24-27 begint, wordt het lichaam van Christus weggenomen. Dan is het getuigenis van God en Zijn zoon niet weg, want daarna treden de 2 getuigen 1260 dagen lang op in Jeruzalem (Openbaring 11:3)!