‘Wat een moeilijke ‘woord vandaag’ was het gisteren zeg!’
De hoge plaats van de gemeente die Zijn lichaam is wordt duidelijk uit het geheel
van Efeziërs. Als we de lijn van Paulus’ gebed in hoofdstuk 3 volgen, dan komt dit
naar voren:
Paulus bidt dat de Vader van onze Heer Jezus Christus aan de gelovigen geeft:
* standvastig gemaakt door Zijn geest in de innerlijke mens
* dat Christus door het geloof in de harten (neer-)woont
* opdat de gelovigen in liefde geworteld en gefundeerd worden
* en uitermate sterk zullen zijn om samen de omvang van het Efeze-geheimenis
te beseffen
* opdat de gelovigen compleet gemaakt worden
* tot het volledige complement van God
We zien de stappen die in dit gebed naar voren komen. Alles is erop gericht,
dat de gelovigen samen groeien tot het volledige complement van God.
‘Ja fijn, ik ga er geloof ik iets meer van begrijpen. Ik dank Vader daarvoor!’
Dat diepe bevatten, het besef van de ware omvang van het Efeze-geheimenis
is absoluut niet een stukje kennis wat je in je hoofd opgeslagen hebt zoals je
ooit wiskunde of aardrijkskunde op school leerde. Het gaat hier om veel meer,
het gaat om ons hart, dat Christus daarin woont. Hij heeft het dan voor het
zeggen. Zijn liefde gaat vanuit ons hart ons hele zijn en bestaan doordringen.
Daarom de tussenzin in 3:19:
en daarnaast te kennen de kennis overstijgende liefde van de Christus
‘Ja heerlijk, het gaat mij steeds meer beheersen, ik ben er erg blij mee.’
Het gaat alles om de liefde van de Vader en de liefde van Christus. Dat gaat
uiteindelijk het universum, de nieuwe schepping doordringen. Van meet af
aan is Vader daar op uit geweest. Geen enkele andere apostel heeft ooit zo-
iets geschreven. Dit gaat uit boven al het andere. En omdat het lichaam van
Christus samen met Hem het complement van God is, moeten alle leden
van dat lichaam zelf eerst compleet gemaakt worden!