‘Fijn om zo de lijnen van Israël en de gemeente uit elkaar te houden.’
We lezen de Schriften en dat geeft duidelijkheid. Als we nog even naar beide
groepen kijken, dan zien we nog meer verschillen in aspecten:
Rechtvaardiging: *aardse groep: werken – ‘geloof zonder werken is dood’
*hemelse groep: geloof – ‘hem echter, die niet werkt, maar
gelooft’
Regering: *aardse groep: aardse autoriteit, gevestigd in de twaalf in Jeruzalem
*hemelse groep: hemelse autoriteit – Christus Jezus is Hoofd
Werd het speciale evangelie dat Paulus verkondigde, aan beide groepen ge-
zonden? Als we kijken naar de titel Christus Jezus, dan kan dat in feite niet.
Dé verwachting voor Israël ligt in Jezus Christus en kan zich daarom niet rich-
ten op Zijn huidige heerlijkheid boven, waar Christus Jezus van spreekt. Deze
titel heeft nu op aarde niets te betekenen, want op dit moment wordt Zijn
gezalfd zijn (Christus) alleen in de hemelen erkend. Wij erkennen alleen
in de geest Zijn regering over ons.
‘Dus de titel Christus Jezus garandeert al dat deze brief alleen onder de
paulinische gemeentes rondgestuurd werd?’
Het zal ook zonder meer blijken uit de inhoud van de brief, dat is het beste
bewijs. Als we kijken naar de eerste woorden die aan de heiligen, die ook
gelovigen in Christus Jezus zijn, gericht worden, dan zijn we blij verrast:
Genade en vrede voor jullie, van God, de Vader
en van de Heer Jezus Christus!
Wat een fijn begin, ons wordt genade en vrede toegewenst. Niet zomaar,
maar van God, de Vader. Dat op zich is al iets speciaals. Dat God ons genade
schenkt, zonder voorwaarde vooraf, zegt veel over wie de Vader is: liefde.
Misschien kun je denken aan de rechtvaardiging uit zijn Romeinenbrief; dat
is wat de rijke genade voor ons uitdrukt. Daarop bouwt Paulus in Romeinen
de verzoening als geheimenis van het evangelie. Dat heeft te maken met de
vrede waar hij in dit vers (Efeziërs 1:2) over schrijft.
‘Dat is al zoveel, als je dat tot je door laat dringen. Het is de kern van Paulus’
evangelie!’
Paulus geeft dit door aan ons, we hebben niet meer dan dat (rechtvaardiging
en verzoening) nodig om in volledige vrijheid in Christus Jezus te kunnen le-
ven. Dat betekent, dat op de gelovige in Christus Jezus niet langer een sla-
venjuk van een religie (judaïsme, christendom, hindoeïsme, islam et cetera)
drukt. Ook leeft de gelovige niet langer onder slavernij van de zonde. Vrij!
Zo leeft de gelovige in het diepe besef dat er geen veroordeling is voor hen
die in Christus Jezus zijn en wandelt niet naar het vlees, maar naar de geest.