‘Wat een verwachting hebben wij als lichaam van Christus toch!’
Ja, het is zo bijzonder. En wij kunnen er niet over uit. Voor sommigen
voert het te hoog of te ver. Maar we kunnen nooit te hoog of te groot van
Vader denken. Als Zijn zonen hebben wij toch in feite hetzelfde leven ont-
vangen als de Zoon zelf, hoewel wij nog niet zo’n heerlijkheid hebben ont-
vangen. Dat zullen wij wel ontvangen, want wij hebben de geweldige belof-
te (en die was u misschien wat vergeten):
‘zoals wij het beeld van de aardse (van-aardbodem) dragen, zo zullen wij
ook het beeld van de hemelse dragen’ (1 Corinthiërs 15:49)
Voor het woord ‘hemelse’ staat hier letterlijk ‘op-hemels’, en dat is meer
dan alleen ‘hemels’. Het wijst op een grotere en hogere heerlijkheid. Nu is
het nog vernedering, aards, stervend. Straks is ons lichaam: verhoogd,
hemels, onsterfelijkheid.
‘Dat moet wel iets heel bijzonders zijn. Er wordt een lang hoofdstuk in de
eerste Korintebrief aan gewijd.’
We hebben geen flauw benul wat dat gaat worden. We kunnen proberen
er iets bij te denken aan de hand van wat de Schrift onthult. Dat is voor
ons genoeg. Er zit veel troost in. De Schrift is geen boek met alleen troost,
het is veel meer dan dat. De grote verwachting voor ons, de hemelingen,
Israël en de volkeren is heel fijn. Het gaat uiteindelijk om de God die de
verwachting aan ieder geeft! Het zal alles tot Zijn eer en verheerlijking zijn.
Geen ander boek zegt zoiets. En voor velen is de Schrift als geheel een ge-
sloten boek. Men kan er wel wat uit halen, zoals de 10 geboden als leefregel
en leren om te gaan met je naaste, maar dat is niet de kern waar het om
draait. Velen kennen de God van de Schriften niet echt. Evenmin weten
velen van wie Christus Jezus echt is.
‘God onthult zich in Zijn woord, en dat is heel veel, heb ik tot nu toe ontdekt!’
Dat is het. Als straks uiteindelijk God alles in allen is, zal voor eenieder
duidelijk zijn wie Hij is. Vooral leren wij dat door de brieven van de door
velen verlaten apostel. Men begrijpt de apostel van de natiën niet, om-
dat men liever alles van de Schrift op zichzelf wil toepassen en dat kan ab-
soluut niet. Anderen mijden hem en lezen liever de evangeliën of de andere
brieven. Zonder dat ze ontdekken dat in het evangelie van de verlaten apos-
tel de maximale breedte, lengte, hoogte en diepte van het geheimenis van
Christus bekend wordt gemaakt. Dat is echt allesomvattend. Een geweldige
boodschap van genade klinkt, dat is zonder voorwaarden. God wil niet ge-
hinderd worden door behulpzame menselijke handen. Alsof Hij het Zelf
niet kan. Het voorbeeld van Saulus is illustratief genoeg voor deze tijd
van genade. Hij was op weg in vijandschap tegen de gelovigen van die da-
gen. Hij blies dreiging en moord tegen hen. Hij vervolgde Jezus actief.
En in die toestand kwam de Heer hem tegen en riep hem in weergaloze
genade en onmetelijke liefde!