‘Wel bijzonder, dat wij zo’n enorm uitzicht mogen koesteren
en weten dat Vader alles leidt.’

Ja, de Vader van de heerlijkheid is de God van onze Heer Jezus
Christus. Hij is het, die bepaald heeft dat wij nu in het lichaam van
Christus thuishoren en een machtige bediening gaan vervullen te
midden van de hemelingen. Nog nooit was zoiets bekendgemaakt.
Paulus mocht deze kostbare woorden door de geest van wijsheid
en onthulling opschrijven. Woorden, die trillen van vreugde over
zo’n plan, zo’n God, die liefde is en nooit zal laten varen wat Zijn
hand begon.

‘Mooi hoor, dat wij daarbij horen en zelfs zo’n belangrijke rol zul-
len spelen in Gods plan.’

En weet je? Het is alomvattend. De gemeente die Zijn lichaam is 
speelt de hoofdrol in dat grote plan, omdat deze gemeente zo nauw
met Christus verbonden is. Al het andere is van lagere orde. Niet
omdat die gemeente zo graag zelf de hoofdrol in Gods plan wil
spelen, maar omdat God die plaats aan deze uitgeroepenen heeft
gegeven. Israël heeft straks haar eigen plaats op aarde. Maar de
gemeente die het lichaam van Christus is, is geroepen tot het de
hoogste hoogte in het universum: de hemelen, waar de hemelse
machten en krachten zijn, die zich in vijandschap verzetten tegen
God en tegen Christus.

‘Uit op totale redding, verzoening en heerlijkheid zonder einde voor
al die hemelingen?’

Duizelingwekkend licht, dat zal het uiteindelijk zijn. Wij zullen door
Christus geleid alle duisternis doen verdwijnen. Eerst alle geestelijke

duisternis uit deze hemelingen verdrijven door bekendmaking van het
het evangelie van verzoening voor hen, de boodschap van Efeziërs en
Kolossenzen zal hen bevrijden van de volmacht van duisternis die over
hen heerste. Zij zullen ook eens in diepe aanbidding voor God en Zijn
Christus hun knieën gaan buigen en ook hun ’tong’ zal belijden dat Hij,
Jezus, Heer is, tot eer en heerlijkheid van God, de Vader!