‘Dat in Galaten 4:21-31 is een mooi voorbeeld van typologie.’
Paulus laat zien, dat de geschiedenis van Hagar en Sarai typologisch
wijst op twee verbonden, op Sinaï en het Jeruzalem boven. Slavernij
van de wet en de vrijheid van de belofte. Daarmee laat Paulus iets zien,
dat de judaïstische dwaalleer te kijk zet. Leven op de beloften van God
is naar de geest leven en leven onder de wet is naar het vlees leven.
‘Je hoort het ze al zeggen: ‘ja maar wij doen tenminste iets.’
Klinkt heel mooi, alleen zet het geen zoden aan de dijk. Wat wel bouwt
zijn de beloften van het evangelie, zo rijk door Paulus verkondigd in al
zijn brieven. Leven op de beloften uit Gods hand is geen stilzitten, al
wordt dat wel gesuggereerd door de Thora voorvechters. Je kunt je hele
leven de sabbat houden en de feesten van Jahweh vieren en meedoen
met de Joden, maar in deze tijd levert het niets op – voor God.
‘Hoogstens een goed of aangenaam gevoel?’
Ja je kunt zo ver gaan uit liefde voor het Joodse volk, en natuurlijk zijn
zij het uitverkoren volk en hebben zij een specifieke plaats straks in het
aardse koninkrijk onder de Messias Jezus, maar nu heeft God aan het li-
chaam van Christus geen enkele aanwijzing in die richting gegeven.
Evenmin heeft dat lichaam een ritueel wat zij moet volbrengen. Niets,
want Christus is het Hoofd en wij zouden ons aan Hem houden.
‘Dat is een diepgaand verschil, terwijl men toch graag onder de Thora
van Mozes wil leven.’
Dat heeft geen waarde, het zijn allemaal religieuze verplichtingen, ter-
wijl wij geen enkele verplichting hebben. Wij leven door de geest, zegt
de apostel in Romeinen 8. De geest van de plaats van zoon. We zijn ge-
zegend met veel rijkdom in geestelijk opzicht. Heerlijkheid nu al en
straks te ondervinden bij en na de bazuin van God!