‘Zo hoor je weinig over deze dingen in het christendom.’
Dat komt door de grote aandacht die er is voor de werken en de prestaties
van de mens. We overdenken nu het werken van God. Dat blijkt telkens al-
lesbeslissend te zijn. In de geschiedenis met Farao zien we Gods wil: ‘Laat
Mijn volk gaan!’ En Farao gaat er tegenin, een verhard hart. In wezen was
het God, die zijn hart hard maakte, opdat de Farao tegen Zijn geopenbaarde
wil in ging. Dat was in overeenstemming met de raad van Gods wil.
‘Ja, heel bijzonder, het ging om de eer van God.’
Zo werkt God steeds in Zijn plan. We zien een ander voorbeeld daarvan bij
Sihon, de koning van Hesbon. Hij liet Israël niet door. Blokkeerde de weg.
We lezen daarvan in Numeri 21:21-25. Deze Sihon was de koning van de
Amorieten, een machtige. Hij streed tegen Israël en Israël won deze strijd,
omdat Ieue deze koning in hun macht gaf. Dus had God de eer. We zouden
kunnen zeggen, dat de Amorieten typologisch geestelijke machten aandui-
den en daaruit een gedachte, dat de satan probeerde Israël te stoppen.
‘Ja zo lijkt het wel. Hij organiseerde de benden van de Amorieten.’
Ja, misschien wel…….alleen vinden we een andere aanwijzing in de Schrift.
Ieue geeft door Mozes verder licht op de geschiedenis in Deuteronomium:
‘En, koning van Heshbon, werkte niet mee aan het ons er door laten gaan,
want Ieue, jouw Alueim, maakte zijn geest hard en Hij maakte zijn
hart vastberaden, om hem vandaag in jouw hand te geven.’ (2:30)
Opnieuw blijkt, dat Ieue het is, de God van Israël, die een tegenstander
opwekt om tegen het volk te strijden. Opdat het volk alle eer aan Ieue
zal geven, wanneer Hij de overwinning aan het volk schenkt!