Woord vandaag

‘Prachtige beelden zeg, in de Hebreeuwse Schriften.’

Je ziet de onderwijzing die Ieue erin legde. Paulus spreekt de Galaten ook aan,
juist op het punt van onderwijzing. Zij wilden, onder een soort betovering ge-
bracht door judaïsten, onder de Thora van Mozes gaan leven. Denk eens aan
Simon de tovenaar uit Handelingen 13; hij verzette zich tegen Barnabas en de
apostel. Elymas, de magiër. Hij probeerde de proconsul af te houden van het
geloof. Exact hetzelfde was aan de hand bij de Galaten.

‘Paulus spreekt en hij wordt blind.’

Hij was het al. Alleen geestelijk gezien dan. Dat wordt nu aan de buitenkant
bevestigd door de letterlijke blindheid aan het vlees. De Jood, die de Thora als
een licht had gekregen om dat aan de natiën bekend te maken, was zelf blind
en probeerde de heiden van het geloof af te keren. In de ontmoeting met deze
Jood werd Saulus Paulus. Juist hier, bij deze geschiedenis, wordt de naam van
Saulus (Hebreeuws) veranderd in het Griekse Paulus.

‘Opmerkelijk inderdaad.’

Het is een aanwijzing die Vader in de tekst heeft laten opnemen. Het wijst erop,
dat het geloof en het licht (van de Schriften) overgingen naar de natiën. En later
blijkt dat Vader het lichaam van Christus uitroept uit voornamelijk de natiën. In
de daarop volgende 2000 jaar zien we, dat de Schrift (het licht) vooral door de
natiën verspreid en bewaard werd. Al die tijd bleef Israël als volk blind, terwijl
sommigen uit hen werden geroepen (het gelovig overblijfsel). Treffend uitge-
beeld in Elymas, die zelf aan de hand genomen moest worden. Blind!
Morgen kijken we verder naar deze bijzondere geschiedenis in Handelingen.

Woord vandaag

‘Goed zeg, om eens wat dieper in te gaan op de betekenis van het vet.’

Je leest er overheen. Het valt je niet op. Meestal wordt gekeken naar de ruzie tus-
sen twee broers, waarbij de een de ander doodt. Er wordt dan een morele les uit
gehaald. Terwijl de diepere overwegingen vaak in de details zitten. Zo ook het vet.
Dat is nu eenmaal de Schrift; daar kun je niet zomaar even in lezen en je weet het.
Het is lezen, nadenken, waarom er iets zo staat. Niet mediterend, maar bestude-
rend: wat wil Vader ermee zeggen?

‘Abel aanbad de Heer God, en dat bleek uit dat hij het vet offerde?’

Hij gaf het eerste en het beste. De eerstgeborenen en hun vet. Dat werd door Ieue
gewaardeerd en aanvaard. De hele geschiedenis wijst typologisch op Christus, die
door Zijn broedervolk (de Joden) vermoord wordt. Het aangezicht van het volk was
al langere tijd vervallen, zij brachten wel offers, maar hun hart was er niet bij. Zie
bijvoorbeeld Jesaja 1:11,13. Daarom walgde Ieue (Ik ben) van hun offers, het vet
dat zij offerden kon daarom niet door Hem als aangename geur beleefd worden.

‘En Ieue heeft dus zelf het offer van Abel aangestoken?’

Het staat er niet zo, maar uit andere gegevens van de Schrift is dat af te leiden.
Het offer van Abel behaagde Al. Het laat zien dat de weg tot redding via lijden
(bloed) gaat. Maar ook, dat (wederzijdse) verzoening door dood tot stand komt.
Daarbij gaf het aan Al (God) de allerhoogste plaats. Abel gaf niet het laatste wat
overbleef (het minste), maar het eerste en het beste.
Ook Abraham offerde het beste, zijn hartslieveling. En hoe geweldig was het
antwoord van Ieue daarop! De weduwe offerde al wat zij had, de Heer zag het
en Hij waardeerde dat zeer. Laten wij dan deze voorbeelden volgen en de weg
van Abel bewandelen!

Woord vandaag

‘Het vet van een dier heeft dus een belangrijke betekenis als het geofferd wordt?’

Het was duidelijk opgenomen in de offervoorschriften van Israël. Met name in het
zondoffer en vredesoffer. Zowel het bloed als het vet mocht niet gegeten worden
in Israël. Omdat het voor Ieue (Ik ben) was. Het was geheel voor Hem. Dat spreekt
van Gods kant, dat Christus zichzelf overgaf als offergave en slachtoffer (Efeziërs 5:2).
Dat was tot een aangename geur voor Ieue. Dat was het belangrijkste: wat het voor
Ieue betekende!

‘Maar het betekende wel de verzoening van heel de schepping.’

Wij denken daar eerder aan. Dat de mensheid ook verzoend is. We zijn in die ding-
en op onszelf gericht, in feite. Hogere overweging is, wat het offer, Zijn kruisdood
voor Al, voor God betekende en betekent! Deze aangename geur overstijgt voor
God het hele plan van eonen. God maakt(e) vrede (waar het vredesoffer naar ver-
wijst) door het bloed van Zijn kruis, door Hem, hetzij wat in hemelen, hetzij wat op
aarde is.

‘Wat een evangelie, en het vet verwijst dus naar deze dingen?’

Wat opmerkelijk is, is dat het vredesoffer nadrukkelijk met het vet te maken heeft.
Het vet spreekt van het beste. Dat blijkt uit de Schrift, want de Farao belooft aan
Jakob het vet van het land (Genesis 45:18). Kijk ook naar: het vette van de olie
(Numeri 18:12). Er zijn meer van dit soort uitdrukkingen, die duidelijk maken, dat
het vet typologisch verwijst naar het beste van een vrucht of een dier of de mens.
En vooral en bovenal naar het innerlijk van Ieue Alueim (de Heer God) en Zijn Gelief-
de Zoon, Christus Jezus!

De Bijbel in Gewone Taal (BGT)

Er is weer een nieuwe vertolking van de Schrift uitgekomen. De Bijbel in gewone
taal (BGT). Volgens een rescensent in het Nederlands Dagblad zou het nu einde-
lijk (….) gaan om een vertaling waar geen theologen of priesters tussen de mens
en God in staan en bepalen wat de mensen moeten geloven. Daarmee erkent de
schrijver, dat dat dus lange tijd wel het geval geweest is! En schrijft hij voor ons
niets nieuws. In de RK kerk lag de Schrift lange tijd aan de ketting (stond op de
Index, de lijst van verboden boeken), en nu zou het voor iedereen begrijpelijk zijn.
Een sterk voorbeeld waarmee de stellingname van de juichende columnist onder-
uit gehaald wordt, is Openbaring 1:10. Daar staat in de BGT:

“Op een zondag, de dag van de Heer, kreeg ik een bijzondere droom. Ik hoorde een
luide stem achter me, een stem die klonk als een trompet”

Dat de uitdrukking in de dag van de Heer hier de zondag is, is een conclusie en stel-
lingname van theologen. Zij interpreteren het als is het de zondag. En hun visie wordt
hiermee opgedrongen aan de bijbellezer, die nietsvermoedend moet accepteren dat
het om de zondag zou gaan.
Het tweede is: kreeg ik een bijzondere droom. Ook dat is interpretatie van de theo-
logen. Er staat: in de geest. Het woord droom staat hier helemaal niet! Dat komt in
het meervoud slechts één keer voor, in Handelingen 2:17.

De BGT, het is geen vertaling. Het is eerder de theoloog, die in omgangstaal tegen je
staat te praten en zijn/haar visie en interpretatie daarmee aan je opdringt. Zo was
het ook in de kerken lange tijd. Volgens de juichende columnist zouden we daar van
af zijn. Integendeel. Het is erger dan ooit.

Bespaar op uw goede geld en haal uw concordante vertaling tevoorschijn. Zeker als u
Engels en Duits kunt lezen, zijn deze (als het om het Nieuwe Testament gaat) van on-
schatbare waarde. U kunt zelf aan de hand van de trefwoorden nagaan wat er precies
in het Grieks staat, zonder interpretatie van theologen. Gods woord zelf!

Woord vandaag

‘Het vet, dat komt vaker voor in de Schrift, wat betekent het?’

Het het zit volgens Leviticus 3:3-17 op de ingewanden van het vee dat geslacht
wordt en daarna geofferd als een geschenk aan Ieue. De beschrijving daar wijst
op het belang van het vet. Het zit op veel plaatsen in het dier. Het wijst naar de
rijkdom van het dier. Het beste. En omdat de offers natuurlijk typen zijn van de
geestelijke waarheid, en verwijst naar Christus en dus ook naar God zelf, kijken
we wat van hen in dat verband gezegd wordt.

‘Het innerlijk van God en van Christus dus.’

Van Christus Jezus wordt gezegd, dat Hij met innerlijke ontferming bewogen was
over de mensen. De menigten van Israël lieten Hem niet onbewogen. Hij was met
ontferming bewogen over wat Hij met geestelijke ogen bij hen zag. De lamme en
de blinde, de doofstomme, Zacheüs, Bartimeüs; ze lieten Hem niet onberoerd.
Hij genas hen. In hen ontmoette Hij de Zijnen, die over het algemeen Hem niet
accepteerden. Na de profeten kwam de Zoon en die doodden zij (Mattheüs 21:33-
46), zoals de gelijkenis treffend vertelt.

‘Nochtans bleef God hen liefhebben.’

‘Dat is een van de wonderen van de opstanding van Christus. Hij werd door Vader
opgewekt, nadat de mensheid Hem in hun vijandschap aan het kruis genageld
hadden. Hij moest dood, ze aanvaardden Hem niet. Uit de opwekking van Christus
blijkt, dat Vader geen wrede wraak nam op de mensheid, maar hen bleef liefheb-
ben. Die liefde verminderde niet, ook niet toen zij Zijn Geliefde Zoon aan het kruis
nagelden als was Hij een rover en misdadiger. Dat zegt heel veel over het innerlijk
van God: innerlijk is in het Grieks het woord ingewanden. Zoveel ontferming en
liefde zal uiteindelijk onweerstaanbaar blijken voor al die mensen!