‘Over het stukje van gisteren heb ik nog wel nagedacht.’
Het is bijzonder, dat wij zo met God verbonden zijn, in Zijn liefde, in de Zoon
van Zijn liefde. En over die Zoon wordt in Kolossenzen 1 veel opmerkelijks ge-
zegd. In vers 17 staat niet alleen dat het al in Hem geschapen is, dat niet alleen:
ook door Hem en naarbinnen Hem. Dit is voor ons nauwelijks te bevatten.
Het beschrijft in elk geval de grootheid van de Zoon. In deze verzen komt twee
keer ‘scheppen’ en één keer ‘schepsel’.
‘Paulus gaat terug naar het allereerste begin: de schepping.’
We hebben het voorrecht, dat wij deze dingen mogen  lezen en overdenken.
In het vervolg van vers 17 schrijft hij, dat de Zoon vóór alles is en dat het al
zijn samenhang heeft in Hem. Dit is adembenemend. De eerste die zichtbaar
werd uit God is de Zoon van Zijn liefde. Daar begon het mee. Hij werd door
God ingezet om heel het plan van God uit te voeren.
‘Heel mooi, dat Hij aan het begin staat en dat alles in Hem geschapen is, die
liefde van God in Hem.’
Hij is vóór alles; Hij staat aan het begin. Daarom is Hij ook de hoogste van
de orde, de verschillende machten die genoemd worden. Hij is eerder en
dus hoger dan die anderen. Al wat hier genoemd wordt, is zelfs in Hem en
door Hem en tot in Hem geschapen. Daarbij hebben wij de geweldige ver-
zekering, dat het al zijn samenhang heeft in Hem. Hij is het, die alles samen-
houdt en zorgt, dat het niet helemaal uit elkaar valt.
‘Dan is het Gods liefde in Hem, die ervoor zorgt dat alles samenhang heeft.’
Ja, we gaan in grote ‘stappen’ van het verleden naar het heden, nú heeft alles
zijn samenhang in Hem. Dan zegt hij in vers 18 iets opmerkelijks in dit ver-
band, wat je niet verwacht: Hij is het Hoofd van het lichaam, de ekklesia.
Om er direct aan toe te voegen, dat Hij de Soeverein is (boven de soevereini-
teiten van vers 16!); de hoogste boven al het andere. En juist als hij dat gaat
zeggen, noemt hij het feit, dat Hij het Hoofd is van het lichaam, de ekklesia.
Morgen denken we hier verder over na!