‘Wat een bijzondere spreuk voor vandaag! En hoe waar is die!’
een raat van honing is aangenaam spreken
zoet voor de ziel, genezing voor het gebeente.
De eerste zin is hier in de Hebreeuwse volgorde gezet, waarmee het parallel
met de tweede beter naar voren komt. ‘Een raat van honing’ komt overeen
meet ‘zoet’. De aangename woorden wijzen naar de ziel en het gebeente.
Gods woord is als honing, dat blijkt uit verschillende Schriftplaatsen. Gods
woord kon voor de profeet zoet in de mond (gehemelte) zijn, maar bitter in
de buik.
‘Ja prima, en het gaat hiert toch ook om mensenwoorden?’
Jawel, wat een mens spreekt is zó belangrijk. Zoals een moeder tegen een kind
en een vader tegen zijn zoon/dochter spreekt is ongelooflijk van belang. Onaan-
gename woorden in de (jonge) jeugd tegen een kind gesproken, beschadigen
dat kind voor de rest van het leven. Daarmee worden diepe wonden in het leven
aangebracht. De ziel wordt ermee gekerfd, ingekrast.
‘Ja, daar zijn verschrikkelijke voorbeelden van bekend.’
En wat kan het genezend werken voor een mens als er aangename, opbouwende
woorden worden gesproken! Die zijn zoet voor de ziel en genezend voor het ge-
beente. Vooral als die woorden gedragen worden door de liefde van God. Die
liefde werkt werkelijk helend voor een mens. Dat gaat heel diep, en volgens deze
spreuk reikt de helende werking van die woorden tot in het gebeente, als metafoor
voor het diepste innerlijk van de mens.