Tussenzin

Het onderscheid maken tussen Paulus en Petrus is
geen ‘streeptheologie’, zoals dat soms smalend en
minachtend wordt geduid, maar met de waarheid
van twee verschillende evangeliën.

Woord vandaag

‘Het kruis heeft zeker een diepe betekenis en  trekt een diep spoor.’

De prediking van de nieuwe schepping in Christus vind je niet bij de
twaalven terug. Petrus schrijft over het wedergeboren zijn tot een
levende verwachting door  de opstanding van Jezus Christus uit de
doden. Paulus gaat een grote stap verder door te wijzen op een nieuwe
schepping in Christus.

‘Het trekt een diepe scheidslijn, want in Romeinen heeft hij het toch
over de nieuwe mensheid?

De oude is met Christus gekruisigd. Het nieuwe leven van Christus, de
Opgestane, is het deel van hen die in Christus Jezus zijn. Zij hebben ook
de vrijkoping (Romeinen 3:24) ontvangen. Zij weten zich losgekocht en
vrijgekocht door Christus, de grote Losser (Goèl) van heel de mensheid.
Daarmee is grote vrijheid in genade gekomen. God geve, dat veel gelovi-
gen dát met hun hele hart weten!

‘Fijn, dat wij mogen opzien naar Hem, die ons liefheeft.’

Dat is de bedoeling van het evangelie van de heerlijkheid van Christus,
die het beeld van God is. Hij heeft álles volbracht. Daarom hoeven wij
niet in onszelf te kijken en te wroeten of wij wel bekwaam zijn, of wij
wel genoeg geloven…. Schuif die gedachten aan de kant, richt je op Hem!
Híj is de Leidsman en Voleinder van het geloof. Wij leven voor Hem, HIj
neemt de volle verantwoordelijkheid voor ons leven op zich.

‘Inderdaad heeft David het over het geluk van de mens die zich vrij weet
omdat God de zonde niet toerekent!

Precies, als mensen dát echt gaan beseffen, dan worden zij uitgetild
boven het vaak zo zwaarmoedige in zichzelf graven. Want dat levert
niets goeds op. Omhoog zien, op Hém zien wel! Híj doet het in ons, zoals
Hij in Paulus werkte, met een werkzaamheid die alle menselijke kracht
ver te boven gaat. laten wij Hem danken voor deze grote genade!

Woord vandaag

‘Zeg, dat Paulus de opstanding van de Heer uit de dood zou gaan
verkondigen is waar, maar de anderen deden dat toch ook?’

Jawel, ook de apostelen van de besnijdenis verkondigden die heerlijke
boodschap. Het evangelie is dat Hij werd opgewekt uit de doden, en op
de derde dag. Dat is een geweldige waarheid. Petrus verkondigde dat op
Pinksteren; eigenlijk best aardig, dat juist in de Pinksterboodschap de
opstanding van Christus centraal staat.

‘Achteraf gezien ja, maar Pinksteren wordt toch algemeen gevierd als
de komst van de heilige geest?’


Rond de laatste Pinksteren hebben wij op deze plaats er met elkaar over
gesproken, dat de feesten van Jahweh aan Israël gegeven zijn om te vieren.
Dat zullen zij ook gaan doen in de 1000 jaren en de volkeren gaan daarbij
aanschuiven. Het lichaam van Christus is geestelijk al veel verder geplaatst
en daarom gelden deze feesten niet voor dat lichaam!

‘Duidelijk, ben ik ook mee eens, is volkomen helder uit de Schrift.’

In elk geval predikte Petrus met Pinksteren een opgestane en levende Heer,
en bleek ook ineens een Psalm als 16 over de Heer en Zijn opstanding te gaan!
Opvallend. In elk geval spraken de apostelen van de besnijdenis over Zijn op-
standing. Het is later Paulus, die als geen ander de gevolgen van de komst,
de dood en de opstanding en hemelvaart van Christus Jezus bekend maakte!

‘Dat gaat inderdaad veel verder dan wat je bij de anderen vindt.’

De diepe betekenis en de enorme gevolgen van het werk van Christus is bij
hen in feite grotendeels onbekend. Je leest er niets over. Zoals Paulus bijvoor-
beeld de grote lijnen vanuit Adam en Christus trekt in 1 Corinthiërs 15 en in
Romeinen 5, om een voorbeeld te noemen, dat lees je nergens bij de anderen.
De geestelijke gevolgen van het einde van de oude schepping en de nieuwe die
in Christus’ opstanding al gekomen is, trekt een diep spoor, óók tussen de ge-
schriften van de twaalf en die van Paulus!

Woord vandaag

‘Paulus schrijft ook, dat het kruis een aanstoot is.’

Het is aanstotelijk voor een mens, dat het evangelie genade is. Geen
werken van de mens vereist. Dat strijkt tegen de haren van de oude
mens in. Genade maakt een einde aan eigen roem, allerlei menselijke
pogingen iets te doen en dat dan bij God in rekening te kunnen breng-
en. Alles is uit God. Bij Hem ligt de oorsprong van alles. Daarom heeft
Hij alle touwtjes in handen en voert het naar Zijn einddoel.

‘En die weg loopt via het kruis?’

Het was noodzakelijk, dat het via die weg ging. God had tevoren al het
Lam gekend, vóór de nederwerping van de wereld. Toen was het al
gereedgemaakt in Gods ogen. Die uiterste zwakheid in de ogen van
mensen is juist kracht van God. Daaruit werd Gods liefde zichtbaar,
dat Hij zó ver wilde gaan en ook dat de mensen Zijn geliefde Zoon aan
het hout nagelden, Zijn liefde voor hen niet deed verminderen.

‘Ja, dat blijft enorm en indrukwekkend, die liefde van God.’

Als antwoord op deze ontzettende daad van vijandschap wekte Vader
de Zoon op op de derde dag, zeer vroeg in de ochtend. Dát is het ant-
woord van God op de zonde en vijandschap van de mens. Daarmee
was de rechtvaardiging en verzoening van heel de mensheid in feite
al tot stand gebracht. Doordat de Zoon opgewekt werd uit de doden
en uit de dood, bleek dat Gods houding naar de mensheid er een van
vrede is! Overstromende genade zou door de apostel Paulus verkon-
digd gaan worden!

Woord vandaag

‘Het kruis heeft wel een zeer diepgaande doorwerking!’

Het is het einde van de oude schepping. In de tijd is dat nog wel even te gaan,
ruim 1000 jaar, maar in feite is het pleit op Golgotha al beslecht. Door de op-
standing en levendmaking van Christus is de weg vrij voor de nieuwe schep-
ping. Daar hadden de Corinthiërs grote moeite mee. Zij klemden zich vast
aan deze aarde, zielse dingen en vonden die ook erg belangrijk.

‘En onder die zielse dingen worden ook familie/bloedbanden begrepen?’

Zeker. Paulus zegt, dat wij in Christus een nieuwe schepping zijn; het oude is
voorbijgegaan, zie het nieuwe is gekomen! Ook schreef hij al eerder in de brief
aan de Galaten, dat besnijdenis niets is en dat onbesneden zijn niets uitmaakt;
het gaat erom, of men een nieuwe schepping is! Ook is er in Christus Jezus
geen onderscheid tussen Jood en Griek, manlijk en vrouwelijk, allen zijn één
in Christus Jezus!

‘Dan maakt het inderdaad niet uit waar je van afstamt, uit wie je geboren bent.’

Voor de Heer waren de geestelijke banden bepalend, wie zijn moeder, zuster(s)
en broer(s) waren. Niet de natuurlijke afstamming. In de wereld beroemt men
zich erop, uit welke familie men voortkomt of tot welke familie men behoort.
Men is er dan trots op te behoren tot de Kennedy familie, of de Rockefellers, of
de Rothschilds. Dat zijn bepaalde bloedlijnen, die voor die families erg belang-
rijk zijn.

‘In de nieuwe schepping gelden heel andere geestelijke wetten?’

Precies. Daar maakt het echt niet uit tot welke familie je behoorde. God neemt
de persoon niet aan, bij Hem is geen aanzien van persoon. Hij kijkt niet of je wel
tot die of die familie behoort! Stel je voor zeg. God roept en kiest, dat is Zijn
zaak. Hij bepaalt wie wel en niet tot het lichaam van Christus behoren!
Wij niet! Het is dan ook helemaal een zaak van genade. Dat maakt een einde
(gelukkig) aan alle roem in wat dan ook van de mens. Het gaat alleen om wat Hij
doet en Wie Hij is!