‘Toch wel weer een opmerkelijke woorden uit Hebreeën.’
Er bestaat zoveel onwetendheid over de hemelse facetten van
het evangelie van Paulus. De derde dimensie blijft voor veel ge-
lovigen een moeilijk te verteren punt. Men is geneigd veel meer
met aardse dingen bezig te zijn, ook in het geestelijke. Zoals de
sabbat houden en dergelijke, die met de aardse dienst van Israël
te maken hebben.
‘Terwijl er in het geestelijke, hemelse bereik zo veel is.’
Vandaar de woorden uit Kolossenzen 3:1-4, dat wij bedacht zijn
op wat boven is, waar Christus is. Hij wordt naar de gelovigen uit
de Besnijdenis voorgesteld als Hogepriester naar de ordening van
Melchizedek. En Hij bedient in de ware, hemelse tabernakel. Daar
is Hij ingegaan met Zijn eigen bloed. Net zoals de aardse hoge-
priester naar de ordening van Aäron met het bloed van dieren in
de aardse tabernakel ging.
‘En is er ook een hemelse dienst die door anderen gedaan wordt?’
Het is heel goed mogelijk, dat Hebreeën daar op wijst. In 8:5 van
deze brief wordt gezegd, dat degenen die dienst deden in de aardse
tabernakel, deelnamen aan de schaduw van de goddelijke dienst
van de (op-)hemelsen. Laat deze laatste zin eens goed tot je door-
dringen. Omdat er een aardse dienst ingericht moest worden naar
het voorbeeld dat Mozes op de berg getoond was, moet er dus ook
een hemelse dienst zijn. Die wordt –logisch- uitgevoerd door de
(op-)hemelsen!