‘Heel fijn, dat wij God voor 200% kunnen vertrouwen, dat wat Hij beloofd
heeft ook zal vervullen.’
Zo wandelen wij, net als Abram, die vertrouwde op Jahweh, en zijn vertrouw-
en en geduld werd wel op de proef gesteld, maar uiteindelijk niet beschaamd.
Intussen probeerde hij vanuit zijn vlees (eigen ik) Jahweh een handje te hel-
pen: Ismaël. Dat was een uiting van het ongeduld van het vlees. Als hij volko-
men geduld had gehad (vrucht van de geest), dan zou Ismaël nooit geboren
zijn en had Galaten 4 er heel anders uitgezien.
‘Menselijk, die Abram. We zijn allemaal weleens ongeduldig en worden
dan boos.’
In het leven is geduld en vertrouwen (geloof), iets dat langzaam groeit. En
naarmate je Zijn woord tot je blijft nemen, zul je steeds weer bemoedigd wor-
den tot volharding in vertrouwen in moeilijke omstandigheden. Zo vertrouw-
de de Heer Jezus Christus tot en met de smadelijke dood van het kruis op Zijn
God en Vader. En Die beschaamde dat vanzelfsprekend niet! Want op de derde
dag, heel vroeg, werd Hij opgewekt uit de doden en uit de dood.
‘Dat geeft hoop, verwachting, licht en zicht op een heerlijke toekomst voor ons
en allen die ons ontvallen zijn!’
En God zal onze verwachtingen, die inmiddels hooggespannen zijn, niet beschaamd
maken, maar Hij zal doen wat Hij beloofde: opstanding, opwekking en levendmaking
voor hen die tot het lichaam van Christus behoorden, als eersten na de Zoon zelf.
Eigenlijk vieren we elke dag Zijn opstanding, en we realiseren ons, dat elke dag ons
dichter bij onze levendmaking brengt. Dat is nog eens echt evangelie. De verwachting
strekt zich uit naar heel de mensheid, ook al is die vandaag de dag in diepe duisternis.
Die ligt als een sluier over de volkeren, zegt Jesaja, maar ook Jesaja getuigt van de ver-
wachting van de opstanding, lang niet zo duidelijk en in detail als Paulus later, maar
toch. We zien ook vandaag uit naar Hem, en er zijn geen wolken, de zon van Zijn
genade schijnt weer volop!