‘Het vlees werkt, de geest draagt vrucht.’
Dat is een principe. De mens kan enorme inspanningen ver-
richten, maar zal ontdekken dat het tevergeefs is. De ijdelheid
van de menselijke werken blijkt. Wanneer een mens dat in gaat
zien, gaat hij misschien op zoek naar ‘iets hogers’. De onderwij-
zing die Vader geeft, is dat het vlees van de mens nutteloos is,
als het gaat om redding en toekomst.
‘Je klinkt wat somber.’
Kijkend naar wat de mens presteert, valt niet zo veel te melden.
De mensheid moest wachten op de Mens bij uitstek: de Heer Je-
zus Christus. Die is door Vader gezonden om het grote werk te
doen tot redding van de wereld. Dat laat zien, dat het alles moet
komen van de Vader en de Zoon. De Zoon onderging de uiteinde-
lijke ware besnijdenis op Golgotha.
‘Daar werd het vlees afgesneden.’
Daarom moest Abram in Genesis 17 de besnijdenis uitvoeren. Dat
was een type van en heenwijzing naar de kruisging en dood van de
Here Jezus Christus. Net zoals Abram een klein stukje vlees moest
afsnijden, zo werd uiteindelijk al het menselijke vlees afgesneden
op Golgotha. Het onderwijst ons, dat het vlees afgesneden moet
worden. Het laat zien, dat dé Onderschikker de Algenoegzame is.