‘Paulus is wel heel fel in de Galatenbrief.’
Van meet af aan. God gebruikte hem om zo te schrijven. Het ging de apostel
in Gods liefde om de Galaten. Zij waren al gelovig. Zij waren al in genade ge-
red en gerechtvaardigd. De kwestie die door heel de brief heen speelt, is:
hoe leef je? In wet of in genade? Zij waren in de praktijk uit de genade geval-
len (5:4, ncv). Zij wilden onder de wet leven, zijn, zoals de apostel schrijft:
zegt mij, jullie die onder wet willen zijn, horen jullie de wet niet? (4:18)
‘Tsja, duidelijk hoor. Zij wilden onder de wet zijn.’
Dat is waar het om ging bij de Galaten. Zij wilden onder de wet zijn, en met
het stellen van de vraag wordt in één adem gevraagd: horen jullie de wet niet?
En vervolgens wijst hij naar de geschiedenis van Abram, Sarah en Hagar,
Izaäk en Ismaël. Dat staat in Genesis, en dat is onderdeel van de Thora, van
de wet van Mozes. Het ging dus om het onder de wet willen zijn van de Galaten.
En dat wordt door de apostel fel bestreden.
‘Ja, dit is wel duidelijk. Het gaat in Galaten om leven onder de wet.’
Daarom is het bestuderen van Galaten zo belangrijk. Je leest en hoort hoe
de apostel spreekt over deze dingen. Het kruis is uiterst belangrijk in dit
geheel. Met Christus gekruisigd, en toch leven. Dat is het leven van de Zoon
in ons, zoals hij schrijft:
Nu dan, zolang ik nog in het vlees leef, leef ik in het geloof van de Zoon
van God, Die mij liefheeft en Zichzelf voor mij overgeeft 2:20
Ook het verdere leven in het vlees is in geloof. En zelfs datzelfde geloof
van de Zoon van God. Ook dat is voor ons verdere geloofsleven bepalend.
En geloven is niet hetzelfde als onder de wet leven. Want doe je dat laat-
ste in de praktijk van je leven, dan wijs je in feite de genade van God af.
Daarover morgen meer.