Op 4 mei 2014 werd gesproken uit Psalm 62, een van de juwelen
van David. In moeilijke omstandigheden ervaart hij hoe en dat
God (Elohim) zijn redding is. Het is zijn toevlucht, Hij is zijn on-
neembare vesting. De Psalm eindigt met iets bijzonders, in het
‘Hij zal eenieder vergelden naar zijn werken’ zit een geheim.
Luister naar en lees mee: Psalm62
Woord vandaag
‘De heerlijkheid die ons wacht, dat is waar we erg naar uitkijken.’
God is onze Redder, precies op tijd. Hij heeft ons lief en zal ons nooit
begeven of verlaten. Onze emoties en gevoelens kunnen heftig zijn
in moeilijke situaties, toch is God onze Redder. Hij heeft ons lief en
als Zijn zonen zijn wij bijzonder begenadigd in de Geliefde. Al de zegen
die Hij ontving van de Vader is ook de onze, omdat wij in Hem zijn.
In onszelf hebben we nergens recht op. Hij geeft ons mild en overvloe-
dig wat nodig is.
‘Paulus is toch wel een voorbeeld voor ons.’
Hij brengt ook zeer aansprekende voorbeelden naar voren. Het is de
moeite waard om te kijken naar hen die in geloof leefden. En ze hebben
dat gedaan met een geweldige verwachting, die ze hadden door de ge-
geven beloften van God. Soms liep het verkeerd af, bijvoorbeeld bij
Abel, die door zijn broer Kaïn uit jaloersheid doodgeslagen werd. Zijn
naam zegt al iets over de activiteiten van de mens: die zijn ijdel, leeg
en stellen voor God niets voor.
‘Daarom komt er een gericht over Kaïn, met zijn religie als godsdienst.’
Jawel, God prijst een Abraham door Romeinen 4 heen. Daar staat, dat
Abraham God de heerlijkheid gaf. Hoe? Door niet te twijfelen uit onge-
loof, maar aan de beloften van God vast te houden. Hij overwoog zelfs
dat God Izaak uit doden kon opwekken. Hij geloofde, dat de kracht van
God zelfs sterker was dan de dood zelf. Abraham prees in feite God in
Zijn kracht en liefde!
Openbaring studie 5 – 1:18-2:7
Op 30 april 2014 werd de studie in Openbaring voortgezet.
De gemeente van Efeze wordt door de Heer aangesproken.
Wanneer speelt zich dat af? En geldt dat ook voor de andere
zes gemeentes van Openbaring 2 en 3? Wat zijn de werken
van de Nikolaïeten? Wie zijn dat eigenlijk, de Nikolaïeten?
Luister naar deze studie: deel A en deel B
Woord vandaag
‘De heerlijkheid van God, is dat ook dat Hij Redder is?’
De heerlijkheid en eer van Hem is, dat Hij redt. Alle redding komt ten-
slotte van God alleen. Jesaja spreekt erover, heel de Schrift eigenlijk.
Als we alleen al kijken naar de redding van Israël uit Egypte, dan zien
we machtige en sterke arm of rechter(hand) van God. Hij is het, die
uitredding gaf. Daaraan vooraf ging wel het slachten van lammetjes
waarbij het bloed de eerstgeborenen redde.
‘Er was dus een redding door bloed en door macht?’
Jawel, en zo is het ook voor ons, de leden van het lichaam van Christus.
Verlossing is er in het kostbare bloed van Christus, dat uitgegoten werd
op Golgotha als type van de ziel die Hij gaf en het lijden dat daarbij hoor-
de. En dan is er de verlossing of redding door macht. Dat gebeurt bij de
bazuin van God, als wij gered worden voor de verontwaardiging van God
die over deze wereld zal komen. En wij worden dan bewaard voor de
grote beproeving van de eindtijd als de draak en het beest wereldwijde
aanbidding zullen eisen.
‘Nou we zijn bijzonder begenadigd dat wij ontkomen aan die tijd.’
Zeker, we zien op naar Hem, die ons komt redden, exact op het juiste
moment. Dan zal de redding ook blijken, die Hij dan tot stand brengt.
Het is een van de grote heerlijkheden van God, dat Hij de Redder van
alle mensen is, inzonderheid van de gelovigen. Elke dag zien we op
naar onze Redder, alleen van Hem kunnen we het verwachten. Juist
het stil zijn en uitzien naar wat Hij doet, dat toont vertrouwen in de
God, die zo groots is en ook zo dicht nabij in ons leven!
Woord vandaag
‘Zeg, de heerlijkheid van Ieue was met de ark verbonden?’
Dat was zo, omdat de Ieue sprak van tussen de cherubim op het dek-
sel van bescherming (meestal verzoendeksel genoemd). Dat was in
het heilige der heiligen in de tabernakel en de tempel. En in de ark
waren de stenen tafelen van de wet. Het woord van God dus. Daar-
om was het Ichabod toen de ark door de filistijnen was buitgemaakt.
De Heer kon niet meer zo spreken als voorheen.
‘Tsja, zo zien we dat Zijn heerlijkheid sterk verbonden is met Zijn
woord, of dat gesproken kan worden of uitgaan.’
Als dat het zwijgen wordt opgelegd, dan zal de heerlijkheid weggaan
uit de plaats waar het was. In de plaatselijke gemeente, die als het
goed is een uitdrukking van het lichaam van Christus is, zal dus het
Woord van God centraal moeten stellen wil er iets van de heerlijk-
heid te merken zijn. Kabod is de zware vrucht van het woord dan wel
de geest van God. Maar in de praktijk maakt woord en geest niet zo-
veel verschil.
‘Paulus spreekt ook in Efeziërs 5 van het vervuld zijn met de geest
en in Kolossenzen 3 met het woord van Christus.’
Dat loopt bijzonder parallel. De heerlijkheid van God is groot en
dit gedeelte in Efeziërs 3 eindigt ermee. Alles draait om Zijn eer en
heerlijkheid. Daarom is de heerlijkheid van het Woord zo groot in
Efeziërs. Velen willen niet zo ver mee in dat woord. Daarom haken ze
af met allerlei redenen. Je kunt je laten afleiden door veel dienen en
daarmee druk zijn, terwijl je dat ene nodige vergeet. Maria had het
goede deel gekozen: zitten aan de voeten van de Heer en luisteren
naar Zijn woord. Dat brengt de heerlijkheid van Zijn genade in je en
je gaat ermee en eruit leven!