Woord vandaag

Wíj echter, broeders, van jullie be-
roofd voor de periode van een uur 
– van aangezicht, niet van hart – 
beijverden ons te meer met veel 
verlangen jullie aangezicht te zien
       1 Thessalonicenzen 2:17

Paulus’ intense verlangen was, net
zoals je in Romeinen 1:10-12 leest,
het geloof(sleven) te delen met de
andere gelovigen. Fysiek weliswaar
op afstand, maar geestelijk nauw
verbonden. Dat is in wezen de situa-
tie in de tijd van genade. De band in
de geest
staat ver voorop. Daarna
kun je ook wat de ziel betreft (lijden
en verdrukkingen) met elkaar delen.
Aan de andere kant is het gemeen-
schappelijk delen van het evangelie
van de genade van God in bijeen-
komsten erg belangrijk. Paulus ver-
langde ernaar, de aangezichten van
de mede-gelovigen te zien.  

Woord vandaag

ons belettend tot de natiën te 
spreken opdat zij gered worden, 
om hun zonden altijd vol te ma-
ken. Maar de verontwaardiging 
komt vooraf over hen tot de vol-
tooiing.
       1 Thessalonicenzen 2:16

De verontwaardiging van God
kwam vooraf over Israël toen on-
der generaal Titus in 70 AD Jeru-
zalem verwoest werd, inclusief
de tempel. De verontwaardiging
van God, zoals geprofeteerd in
allerlei profetie, is nog toekom-
stig. Ze zijn nu terug in hun land
en de profetieën uit Openbaring,
Tenach (OT) en van de Heer zelf
kunnen vervuld worden. Dat zal
binnenkort ook gebeuren. Daar-
entegen krijgen de gelovigen in
Thessaloniki te horen niet tot de
verontwaardiging te zijn gesteld
maar redding door Hem.
Wat
een grote genade!

Woord vandaag

die ook de Heer Jezus gedood heb-
ben en de profeten en ons verjagen 
en God niet behagen en tegenover 
alle mensen staan

          1 Thessalonicenzen 2:15

We lezen hier wat de Heer eerder
in de gelijkenis van de arbeiders in
de wijngaard (Mattheüs 21:33-46)
vertelde. De leiders van het volk,
ze accepteerden de profeten niet.
En dat gold ook de Heer (de zoon)
Zelf; Hij werd gekruisigd, gedood.
De orthodoxie, de leiders van het
volk, Paulus moest constateren dat
zij ook hem niet aanvaardden. Ze
bleken weerspannig en gingen te-
gen alle mensen in, ze misten de
liefde van God.

Woord vandaag

Want júllie, broeders, werden navol-
gers van de uitgeroepen gemeenten 
van God, die in Judea zijn, in Christus 
Jezus, omdat ook júllie hetzelfde le-
den door jullie eigen stamgenoten, 
zoals ook zij door de Joden
           1 Thessalonicenzen 2:14

Paulus trekt een parallel. Het lijden
en de verdrukkingen die de Thessa-
lonicenzen ondervonden; het was
niet uniek. De gemeenteleden wer-
den door hun eigen volk (of stam)
onderdrukt, om hun geloof. Daar-
in volgden zij andere gemeentes na.
In een relatief korte periode waren
ook in de Romeinse provincie Judea
gemeentes ontstaan. Wellicht qua
aantal niet groot, maar toch. En die
leden onder vervolging, ook door
hun eigen volk, de Joden. Zonder
twijfel: de orthodoxie van hun da-
gen, zoals Paulus zelf voortdurend
meemaakte. Hij wil de gelovigen in
Thessaloniki bemoedigen door zijn
brief, met name door hen te wijzen
op de geweldige verwachting van
de Heer, Christus Jezus.