‘Bijzonder, dat Vader wonderlijk iets geeft in uitzichtloze situaties.’
Ja, het zou voor Ieue iets te wonderlijk zijn geldt vandaag ook nog steeds.
Onlangs kwam iets over Jozef en zijn broers naar voren. Hoe God Ruben in
het hart gaf Jozef te redden van de dood en hoe Hij vervolgens Juda in het
hart gaf nog iets anders te doen. Zo werd Jozef verkocht naar Egypte en kon
hij daar –ook weer heel wonderlijk- onderkoning worden.
‘Zo kon hij ook weer zijn broers en familie helpen in hongersnood.’
Dat is hoe God het uitwerkt. Jozef droomde ervan, dat 11 schoven bogen
voor zijn schoof en dat zon, maan en 11 sterren zich voor Hem bogen. Een
dubbele droom. Later zou dat werkelijkheid worden toen hij in Egypte on-
derkoning was geworden. Hij kon twee keer een dubbele droom uitleggen.
Eerst van de schenker en de bakker en later van de Farao zelf.
‘Ook weer heel wonderlijk allemaal.’
Bij Jozef lees je dat zijn naam –toevoeger- waar is. Hij voegt toe wat nodig
is en kon daardoor redding geven. Dat spreekt van Vader, die toevoegt wat
redding geeft. Hij voegde Jozef toe aan de broers waardoor die gered kon-
den worden van de honger. Zo is en blijft Jozef een prachtig type van de
Heer Jezus Christus, de als de ware Jozef door Vader toegevoegd werd aan
de mensheid om die te redden. Jozef was Zafnath Paänea: redder van de
wereld, als voorafschaduwing van de ware Redder van de wereld:
Christus Jezus!